Verkozen taalgebruik
De gehanteerde taal in long-copy-advertenties is vaak erg ingewikkeld en soms vaag te noemen: veel abstracte woorden, onnavolgbare gevolgtrekkingen, slechte zinsbouw en afgekloven clichés. De oorzaak hiervoor is in eerste instantie gemakkelijk te vinden. Men kiest voor long copy omdat er ingewikkelde en abstracte zaken aan het publiek of aan potentiële klanten moeten worden uitgelegd. Deze moeilijke inhoud heeft zijn weerslag op de taal. Maar natuurlijk is dit nooit de echte oorzaak. Een goede schrijver moet toch in staat zijn om moeilijke zaken begrijpelijk uit te leggen. En wanneer ook hij uitkomt op een moeilijke tekst, dan kan er beter voor een ander communicatiemiddel worden gekozen.
Een bijzonder kenmerk van veel long copy is de schrijfstijl. Er wordt vaak geschreven in een soort spreektaal die wonderlijk contrasteert met de abstracte formuleringen:
Randstad Automatiseringsdiensten (zo luidt de naam van de nieuwe organisatie) gaat duidelijk vanuit een ander perspectief te werk. Het perspectief van de opdrachtgever. Wat voor een organisatie is het? Wat voor mensen werken er? Wat zijn de specifieke kenmerken? En hoe verloopt het ‘bioritme’ van de onderneming?
Termen als perspectief, specifiek en bioritme worden gebruikt in spreektaalzinnen: vraagzinnen en onvolledige zinnen zonder onderwerp of werkwoord. Duidelijker wordt de tekst er niet door.
Vaagheid uit zich vooral in het woordgebruik. In één advertentie van een softwarehuis kwam ik de volgende abstracties en vaagheden tegen: systeemontwikkeling, achterliggende problematiek, feitelijke invulling, personele begeleiding, probleemanalyse, consulteren, geïntegreerd informatiesysteem, expliciete en impliciete eisen, methodisch beoordelen, een operationeel systeem, realiseren, contraproduktief, het starre principe van de hiërarchische piramide, het dynamisch model van celdeling.
Behalve een paar typische automatiseringstermen zou alles vervangen kunnen worden door lezersvriendelijker en vooral inhoudsrijkere woorden, zonder de boodschap van de advertentie aan te tasten. Hierbij houd ik er natuurlijk geen rekening mee dat de adverteerder wellicht een doelgroep voor ogen heeft die deze vaagheden en abstracties kan waarderen. In dat geval heeft ‘corporate advertising’ weinig invloed op de goodwill bij het lezerspubliek.