Het Lyrisch Lab
Stijl-ABC voor STER-kijkers
Jaap Bakker
Alliteratie - Gelijkheid van beginmedeklinkers in een versregel: Ik hou het op Hoppe; Geen zeep maar zachtheid. Zie ook de titel van dit stuk.
Bombast - Gezwollen, hoogdravende stijl die niet past bij het onderwerp: Nerofen, de pijnstiller van de nieuwe generatie; Hou van het leven, hou van Cointreau.
Cento - Gedicht dat is samengesteld uit versregels van verschillende auteurs: Een, twee, drie, vier / Popla wel / Duizend vel / Een, twee, drie, vier / Fijn toiletpapier / Koning, keizer, admiraal / Popla kennen ze allemaal.
Dubbelrijm - Rijm dat zich uitstrekt over twee lettergrepen: Redband / Als je voor pret bent.
Epanadiplosis - Stijlfiguur waarbij de beginwoorden van een zin aan het eind herhaald worden: Dat is toch niet normaal, zo super als dat is!
Flauwiteit (geen literaire term, wel een literair fenomeen) - Geestloze en/of zinledige bewering: Gewoon lekker drinken wat je lekker vindt; Zo goed als Cantadou smaakt alleen Cantadou.
Gelijk rijm (identiek rijm, rijk rijm) - Rijmsoort waarbij de beginmedeklinkers van de rijmende lettergrepen dezelfde zijn: Het hagelt, het hagelt / Grote korrels Venz / Zo geweldig lekker / Venz, Venz, Venz.
Hyperbool - Sterk overdreven formulering, het tegengestelde van understatement (z.a.): Chocomel, iedereen is er wild van.
Inversie - Omkering van de normale woordvolgorde, gewoonlijk voor extra nadruk: En schóón is mijn kunstgebit!
Jambe - Versvoet bestaande uit een onbeklemtoonde + een beklemtoonde lettergreep: Je kent het vast wel dat gevoel / Van laat nou eens de boel de boel... Beide versregels bevatten vier jamben.
Klinkerrijm (assonantie) - Gelijkheid van klinkers in een versregel: Biotex Vlekkendepper werkt ter plekke op de vlekken.
Litotes - Benadrukking van een zaak door ontkenning van het tegengestelde, zoals de Italiaanse Iglo-kok die na het proeven van een door zijn collega gebakken pizza toegeeft: Níét slèèèkt.
Metonymie - Een vorm van overdrachtelijk woordgebruik. In tegenstelling tot de metafoor niet gebaseerd op overeenkomst, maar op een andere relatie. Een mooi voorbeeld is de shampoo-slagzin Was de stad uit je haar, waarin ‘stad’ staat voor ‘de vermoeienissen en vervuiling van een stedelijke omgeving’.
Neologisme - Een nieuw gevormd woord. Meestal een samenstelling: Zwitserlevengevoel; broodversierder; verwendag. Soms wordt er een nieuw werkwoord bedacht (tjolken) of een nieuw bijvoeglijk naamwoord: de zuivelste verwenners.
Overlooprijm (kettingrijm) - Rijmbinding tussen het laatste woord van een versregel en het eerste woord van de volgende regel: Dit is je dag, je kunt wel dansen / Je kansen zijn gekeerd...
Pastiche - Stijlnabootsing. Op een recente serie affiches van een uitvaart-coöperatie staan regels te lezen als Onnoemelijk wijd ligt alles stil... of Wijzers blijven staan en stemmen staken... Dit is poëzie-pastiche.
Queeste - Moeizame en langdurige zoektocht als verhaalmotief. Vrouw doorkruist, door schimmen achtervolgd, een wirwar van schaars verlichte steegjes. Doet een deur open en staat tegenover vriendelijke ober van Indisch restaurant. ‘Hoe hebt u mij gevonden?’ - ‘In de Gouden Gids natuurlijk.’
Repetitio - Ongewijzigde herhaling van woorden of zinsdelen. O, o, o, o, o, o, o, o, wat wordt dat vlees toch lekker met kruidenmix van Silvo; Fris als de jonge Fa, mooi als de jonge Fa.
Synesthesie - Het uitdrukken van een zintuiglijke gewaarwording in termen die bij een ander zintuig horen. De smaak van Cruesli wordt voorgesteld door een tinkelende Radetzkymars, gewone müsli wordt afgedaan met een neuzelend cellodeuntje.
Trochee - Versvoet bestaande uit een beklemtoonde + een onbeklemtoonde lettergreep. Is wat dynamischer en daarom in de reclame gebruikelijker dan de jambe. De volgende zin bevat zeven trocheeën: Wie tot tien kan tellen, kan de hele wereld bellen.
Understatement - In reclameteksten niet aangetroffen.
Visueel rijm - Rijm voor de ogen maar niet voor de oren. De meest voorkomende vorm is die waarbij een beklemtoonde lettergreep rijmt op een onbeklemtoonde: Echt schoon wordt het pas / Na een Biotex voorwas.
Woordspeling - Stijlfiguur die berust op de meervoudige betekenis van een woord. Wordt als geestig beschouwd. Kan inderdaad aardig zijn, mits niet te nadrukkelijk gepresenteerd: Uw mond, neus en keel varen er wel bij (slogan van Fisherman's Friend, een soort hoestpastilles).
Xenomanie - De onbedwingbare neiging zich uit te drukken in een vreemde taal. Veel reclamespots zijn tegenwoordig niet alleen van Engelstalige achtergrondmuziek voorzien, maar ook van (onvertaalde) Engelse dialogen. De trend begon bij confectie, snoep en obscure drankjes, maar heeft zich al uitgebreid tot degelijke merken als Heineken en Nutricia. Sinds kort is er zelfs een all-American wervingsspotje van de Koninklijke Marine, die het dus niet meer nodig vindt te communiceren in de taal van het land dat ze geacht wordt te verdedigen. Dat onze vloot zo IJselijk diep heeft kunnen Zinken!