Een on-woord: Amber
Robert-Henk Zuidinga
Grolsch heeft een nieuw bier bedacht: Amber. Daarbij hoort een nieuwe reclamecampagne, en daarop worden wij momenteel getrakteerd. Op grote affiches in stationshallen en aan de veredelde bushaltes, die tegenwoordig ‘straatmeubilair’ heten. En op dubbelpaginagrote advertenties in onze veelkleurendruk-tijdschriften.
U slaat nietsvermoedend zo'n blad open en wordt getroffen door een in stemmige tinten belichte fraaie jongedame (waarom altijd fraaie jongedames? Zelfs bij Grolsch moeten ze toch weten dat bier vooral geconsumeerd wordt door vieze, ongeschoren, dikbuikige, stinkende oude mannen) die met de ene hand afwezig over een eeuwenoude wereldbol aait en met de andere bevallig in een kostbaar gebonden boek bladert, goud op snee. Dit tafereel, deze synthese van het beste wat Nederland in de afgelopen tien eeuwen heeft voortgebracht, wordt gecompleteerd met de samenvattende boodschap: een nieuw bier met de smaak van een sublieme volzin.
Dit is er een uit een reeks. Dorstopwekkend is ook die met het vergezicht over Finse meren - of Zweedse of Noorse, na een paar glazen Amber vallen veel nuances weg - en dennenwouden. Diepe blauwtinten. Rechts daarvan een tekst met poëtische gedachten over ‘geheimzinnige bossen van eeuwenoude bomen die naar de hemel reiken. Bevolkt met lichtvoetige elfen en angstaanjagende trollen. En natuurlijk met een fee die amberkleurige dranken schenkt.’
Of een foto van een Zuideuropese zonsondergang. Geel, oranje, rood. En: ‘Even klopt alles in het universum. Even begrijpt u zelfs hoe de wereld in elkaar steekt. Even is alles volmaakt die avond.’
Het uitgangspunt is duidelijk: het nieuwe bier wordt geassocieerd met de goede dingen in het leven - ‘een aards sprookje’, ‘een zomerse avond’ - en louter genot ligt voor de Amberdrinker in het verschiet. ‘Met Amber’, belooft de advertentie, ‘beleeft u een smaaksensatie’.
Dat wil ik geloven. Want behalve ‘aangenaam geurende harssoort’ en ‘barnsteen’ kent het woordenboek nog een betekenis van amber: ‘vettige stof uit de darm van de potvis’. En die associatie, daar kan geen reclamecampagne tegenop. Zelfs niet al bestond ze uit louter sublieme volzinnen.