Onze Taal. Jaargang 58
(1989)– [tijdschrift] Onze Taal– Auteursrechtelijk beschermdSurinaams-NederlandsZo'n 300 jaar geleden ruilden de Nederlanden Nieuw Amsterdam, het huidige New York, tegen Suriname. Volgens sommigen een misser van jewelste: het Nederlands verloor daarmee voorgoed zijn kans een wereldtaal te worden. In plaats van in Noord-Amerika ging men daardoor in Suriname Nederlands spreken. Door de grote afstand tussen de landen, de niet zo intensieve contacten en de invloed van een groot aantal andere talen, waaronder het Sranan, het Sarnami en talloze indianentalen, ontwikkelde het Nederlands dat in Suriname gesproken werd zich anders dan ‘ons’ Nederlands. De verschillen in ontwikkeling waren niet zo groot dat momenteel van twee aparte talen kan worden gesproken. Men beschouwt het Surinaams-Nederlands als een variëteit van het Nederlands, net zoals dialecten als het Gronings, het Drents en het Brabants.
Het Surinaams-Nederlands heeft een aantal specifieke kenmerken. Voor een groot aantal Nederlanders is de ‘Surinaamse’ uitspraak het opvallendst daarvan. Wat velen echter niet weten, is dat het Surinaams-Nederlands ook een eigen woordenschat heeft, die sterk van die van het standaard-Nederlands verschilt en waarvan maar weinig in Nederlandse woordenboeken is terug te vinden. Voor wie toch wat over de betekenis van Surinaams-Nederlandse woorden te weten wil komen, is er sinds kort een nieuw en zeer aanzienlijk uitgebreid Woordenboek van het Surinaams-Nederlands, samengesteld door J. van Donselaar. Behalve zo'n 6600 trefwoorden bevat dit woordenboek een hoofdstuk over spelling en uitspraak en een voortreffelijke inleiding, waarin onder meer wordt ingegaan op de verschillen met het ABN, en op de taalproblematiek in Suriname. Het Woordenboek van het Surinaams-Nederlands is verschenen bij uitgeverij Dick Coutinho, telt 482 pagina's en kost f 59,50. | |
VIOT-bundelOp de valreep van 1988 verscheen onder de titel Taalbeheersing in ontwikkeling de bundel met lezingen van het congres dat eind 1987 onder auspiciën van de Vereniging Interuniversitair Overleg Taalbeheersing werd gehouden aan de Universiteit van Amsterdam. De bundel bevat 51 teksten, die naar onderwerp zijn gerangschikt in vijf rubrieken, die corresponderen met de onderzoeksgebieden in de taalbeheersing. Elke rubriek wordt ingeleid met een algemene uiteenzetting over het desbetreffende onderzoeksterrein. Al met al bieden de artikelen van de bundel een representatief overzicht van recente ontwikkelingen in het Nederlandse en Belgische taalbeheersingsonderzoek. De hoofdonderwerpen die aan de orde komen, zijn: argumentatietheorie en retorica, taalvaardigheidsonderwijs, taalbeheersing in organisaties, empirisch onderzoek naar taalvaardigheid, en conversatie-analyse. Onze Taal komt nog in uitgebreider bestek terug op deze bundel. Taalbeheersing in ontwikkeling is onder eindredactie van prof. dr. F.H. van Eemeren en dr. R. Grootendorst verschenen bij Foris Publications te Dordrecht en kost f 68,20. | |
GespreksanalyseIn januari verscheen Taalgebruik in gesprekken van M.A. Haft-van Rees. Het boek is een inleiding tot het onderzoek op het gebied van de academische discipline die ‘gespreksanalyse’ wordt genoemd. Uit gespreksanalytisch onderzoek is onder meer duidelijk geworden dat gesprekken, anders dan men op het eerste gehoor zou verwachten, wel degelijk gestructureerd en volgens een bepaald patroon verlopen.
In Taalgebruik in gesprekken worden eerst de taalfilosofische en -sociologische achtergronden van het gespreksanalytische onderzoek behandeld. In de daarop volgende hoofdstukken wordt de methode voor de beschrijving van gesprekken uiteengezet. Afzonderlijke hoofdstukken zijn gewijd aan de manier waarop taalgebruikers gespreksonderwerpen aansnijden, aan de wijze waarop zij van onderwerp veranderen en aan het gebruik van gesproken taal in speciale contexten, zoals huisarts-spreekuurgesprekken | |
[pagina 62]
| |
en sollicitatiegesprekken. Wie zijn belangstelling voor taal niet uitsluitend wenst te beperken tot spelling en grammatica, kan met dit boek zijn blik verruimen. Taalgebruik in gesprekken is verschenen bij uitgeverij Martinus Nijhoff te Leiden en kost f 28,50. | |
Homotaal‘Bij de keuring voor militaire dienst werd aan een jongen gevraagd of hij typische homowoorden kende. De jongen, die de dienstplicht graag wilde ontlopen, knikte van ja, dacht even na en zei toen op goed geluk de slabak uitlikken. “En wat betekent dat?”, wilde de officier van de dienstplichtkeuring nog weten. “Kontlikken, meneer”, antwoordde de knaap.’
Deze anekdote komt voor in de inleiding van een zeer opvallend woordenboekje dat onlangs door uitgeverij Thomas Rap werd uitgegeven: het Homo-erotisch woordenboek. Het is samengesteld door Arendo Joustra en bevat zo'n 800 woorden die in kringen van homoseksuele mannen worden gebruikt. Voor een groot gedeelte zijn het woorden waarmee seksuele handelingen en geslachtsorganen worden aangeduid. Dat mag volgens de samensteller geen verbazing wekken. Homotaal is volgens hem nu eenmaal een soort vakjargon en hij wijst er met nadruk op dat eskimo's ook een hoop verschillende woorden hebben voor verschillende soorten sneeuw en nomaden in de sahara voor verschillende soorten zand.
In de inleiding besteedt de samensteller aandacht aan de geschiedenis en aan allerlei bijzondere aspecten van het homotaalgebruik. Hij gaat in op de zogenaamde nichterige spreekstijl, de lichaamstaal en de noodzaak voor homoseksuelen om van ‘code-woorden’ en esoterische uitdrukkingen gebruik te maken. Die noodzaak lijkt een van de belangrijkste oorzaken van het ontstaan van homotaal te zijn geweest.
Hoewel het boekje serieus van opzet is - bij de meeste woorden is bijvoorbeeld de bron vermeld waaraan het woord is ontleend - valt er ook heel wat te lachen. Misschien omdat het in de meeste gevallen om ‘vieze’ woorden gaat, wellicht ook omdat homo's op een treffende manier dubbelzinnig gebruik weten te maken van de bestaande woordenschat. Weet u bijvoorbeeld wat een duinkonijn is? Het Homo-erotisch woordenboek heeft 121 pagina's en kost f 32,50. | |
Nederlands van NuOp verzoek van diverse lezers van Onze Taal zullen wij voortaan in beknopte vorm de inhoud bespreken van de laatste aflevering van het tweemaandelijkse blad ‘Nederlands van Nu’, het tijdschrift van onze Vlaamse zustervereniging ‘Vereniging Algemeen Nederlands’. Het januari/februari-nummer van NvN is een themanummer over woordenboeken. In opdracht van Van Dale Lexicografie onderzocht H. Janssen de geografische labels in woordenboeken: wat behoort niet tot de standaardtaal, en wanneer verliezen woorden deze markering? Twintig Nederlandse woordenboeken werden vergeleken op de al dan niet consequente vermelding van Zuidnederlands, Noordnederlands, germanisme, enz. Een volgend artikel bespreekt de niet verhulde bewogenheid van de woordenboekredacteur bij het beschrijven van woorden die met ethiek, onrecht of machtsmisbruik te maken hebben. In ‘Boekbesprekingen’ komen ten slotte vier Nederlandse woordenboeken in beeld. NvN besluit met een beschouwing over het congres dat de vereniging in november 1988 hield over terminologie in het Nederlands. Ook in Onze Taal (nummer 2/3 1989) is aandacht besteed aan deze bijeenkomst. |
|