Het Lyrisch Lab
Leestekens Neen
Pieter Nieuwint
Jaap Bakker heeft het de vorige keer gehad over de zingbaarheid (het ‘bekken’) van liedteksten, en merkte onder andere op dat we, als we willen zien waar die zingbaarheid nog verder van afhangt, de Nederlandse vertaling van een liedtekst zouden moeten vergelijken met het origineel. Nu is er een serie liedteksten die zich wel bij uitstek voor zo'n vergelijking leent, mede omdat die serie zelf weer gebaseerd is op een eveneens vertaalde gedichtencyclus. Ik heb het over de musical Cats, waarvan de liederen gebaseerd zijn op Old Possum's Book of Practical Cats van T.S. Eliot, dat in het Nederlands vertaald werd door Gerrit Komrij onder de titel Kobus Kruis Parmantige Kattenboek; deze twee bundels hebben als uitgangspunt gediend voor respectievelijk de Engelse en de Nederlandse Cats. We kunnen dus een maar liefst vierdubbele vergelijking maken; in wat volgt, zal ik me echter, om het enigszins overzichtelijk te houden, voornamelijk beperken tot de twee Nederlandse versies. Cats heeft, zoals algemeen bekend is, in Carré maandenlang volle zalen getrokken, hoewel er in de zaal van de teksten bitter weinig was te verstaan. Lag dat nu alleen aan de enorme hoeveelheid decibellen waarmee het orkest de zangers overstemde? Volgens mij niet.
Komrijs vertaling is - hoe kan het anders - getrouw en geestig, en daarbij wat namen en situaties betreft heel mooi vernederlandst, maar het is duidelijk te zien dat ze (de vertaling dus) in de eerste plaats bedoeld is om gelezen te worden. En waar het mij hier voornamelijk om gaat, is het gebruik van leestekens. In een gedicht mag de dichter elk leesteken gebruiken dat hem goeddunkt, maar de liedjesschrijver moet zich tot het absolute minimum beperken. Waarom? Wat ik nu ga zeggen, zal klinken als een open deur, maar ik zeg het toch maar: leestekens kun je alleen zien, en niet horen. Als dus de begrijpelijkheid van een lied afhangt van de leestekens, dan gaat er iets mis.
Welnu, in Komrijs vertaling van Eliot staan veel leestekens: niet alleen talloze komma's, maar ook handenvol dubbele punten en gedachtenstreepjes. Een aantal daarvan is in de (door Komrij zelf aangepaste) theaterversie verdwenen, maar vele zijn blijven staan; zie bijvoorbeeld de volgende regels uit Macavity: The Mystery Cat (‘Van Zonderen, de Wonderkat’): ‘And when you think he's half asleep, / he's always wide awake’, die vertaald zijn als: ‘Hij slaapt, denk je: vergeet het maar, / er wordt iets uitgebroed’. Afgezien van het feit dat de accenten niet fraai liggen, zal die eerste regel, wanneer hij het zonder de hulp van de leestekens moet doen, nogal wat vraagtekens oproepen. Dat geldt ook voor een regel als ‘Want hij was een vedette - Ah! Superieur’ (Uit Gus, de Theaterkat), die misschien met een of twee ingelaste pauzes verstaanbaar is, maar die nu eenmaal een vertaling is van (en dus op dezelfde melodie gezongen moet worden als) ‘For he once was a star of the highest degree’.
Ik geef nu drie voorbeelden van een wijziging van de theaterversie ten opzichte van de ‘gewone’ vertaling, waarbij het Engels dus niets ter zake doet. In Koos, de Theaterkat komen de volgende regels voor: ‘Stond een bed op de bühne, dan muntte ik uit / In stil spel, want als kruik. En als bel bij geluid’. In het theater is die tweede regel geworden: ‘In stil spel, want ik gaf als amant geen geluid’, wat een verbetering is voor zover het woord amant geen problemen oplevert (maar ik kan me voorstellen dat iemand daar ‘haar man’ denkt te horen). Uit Van Zonderen, De Wonderkat: ‘Ja elke kat, zegt men, die wordt beschouwd als crimineel, is / (Ik noem maar even Lorrenjopie, of noem Scharrelnelis) / Een zetbaas, en niets meer, van deze Kat die metterdaad / Hun gangen aldoor nagaat, de Napoleon van het Kwaad!’
Dat in de theaterversie de tekst tussen haakjes iets anders is, doet niets ter zake; waar het mij om gaat, is dat in de theaterversie aan het begin van de derde regel het woordje is herhaald wordt. Echt beter wordt de zaak daar mijns inziens niet van: dat zelfde is had nooit los aan het eind van de eerste regel mogen blijven staan. Het derde voorbeeld komt uit Ghiselbert Smit: De Residentiekat: ‘In geheel 's-Gravenhage is heden ten dage, wis, (...)’; in de theaterversie is dat lelijke wis, dat alleen als functie had een wat krampachtig binnenrijm -hage is - dage wis op te leveren, gelukkig geschrapt (waarbij het binnenrijm trouwens niet verdwijnt).