handeld in een Franse grammatica van ruim drie eeuwen geleden, getuige een artikel in De nieuwe taalgids van 1978 (op blz. 152).
Hap ook eens een woordje of woorddeel weg. U bent dan een haploloog, of beter nog een haploog. Maak dan een uitzondering voor een (een) beetje grappige trits in: Had je je je huwelijk ook zo voorgesteld? Of vul voor de verandering de uitgenomen hap: Komt u morgenavond, morgenmiddag of morgenmorgen? Immers morgenmorgen is later dan morgenvroeg.
U mag erop studeren. Welk ‘er’ verdwijnt er in de vragende vorm van: ‘Er zijn er twee’? ‘Zijn er twee?’ U kunt ze ook gewoon verzamelen in de krant. U leest dan om een beetje vreemde reden. Maar u zult zien dat het Nederlands, haplogisch gezien, voor de wind gaat.
Let wel op op valstrikken. Ik leg u tot slot een voorbeeld met betekenisverschil voor het geval u werkelijk gaat verzamelen. Als verzamelaar is het beste kalm aan te doen, want door taal word je je hele leven beïnvloed. Het woordje ‘het’ in de vorige zin kunt u verdubbelen, maar ‘je je’ mag u alleen verenkelen als u achter ‘word’ een ‘t’ zet.