Het Lyrisch Lab
Arme Romanen!
Pieter Nieuwint
Nu Jaap Bakker over het Engels als door liedjesschrijvers met graagte gebezigde taal begonnen is, ligt het, zeker gezien mijn tirade tegen het onhebbelijke rijmgedrag van leenwoorden in het Nederlands (november 1988), voor de hand eens te kijken hoe groot de kans op ‘verborgen rime riche’ is in het Engels, dat immers een aanzienlijk deel van zijn woordenschat bijeen heeft geleend. Op grond van de enorme hoeveelheid woorden op -ation die de Engelsen bezitten (als we bij wijze van steekproef de rijmwoordenboeken van Bakker en Stillman erbij nemen en kijken naar de aantallen zeslettergrepige woorden op -atie resp. -ation, dan zien we dat de uitslag Nederland-Engeland 16-97 is: duidelijke taal, lijkt me), zou je kunnen denken dat de situatie in Hun Taal nog veel erger is dan in het Nederlands. Maar dat blijkt bij nadere beschouwing mee te vallen. Het Engels heeft namelijk, veel vaker dan het Nederlands, zijn leenwoorden vergermaniseerd, wat in dit geval zeggen wil: hun hoofdklemtonen naar voren verplaatst.
Laten we ter illustratie hiervan wat woordparen bekijken die zowel door het Nederlands als door het Engels aan het Frans ontleend zijn, en die in het Nederlands (en in het Frans natuurlijk) ‘rijmen’, dat wil zeggen het door mij verfoeide morfeemrijm vertonen. De woorden solide en timide kregen in het Engels de klemtoon op de eerste lettergreep, waardoor ze ophielden rijmwoorden te zijn: solid en timid; en hetzelfde geldt voor klassiek en rustiek (classic en rustic); natuur en figuur (nature en figure); amoureus en serieus (amourous en serious); permanent en evident (idem). De vele Nederlandse woorden op -ant leveren ook mooie voorbeelden op: niet alleen saillant (salient), briljant (brilliant), en sergeant (idem), maar ook, met nog verder gaande aanpassingen, riskant (risky), charmant (charming) en diamant (diamond).
Nu zult u wel denken dat ik de Engelsen benijd om de wijze waarop ze het de liedjesschrijver onmogelijk hebben gemaakt zich in dit soort gevallen nog aan morfeemrijm te bezondigen. Tot op zekere hoogte doe ik dat ook, maar er zit aan hun germaniseringsdrift, zoals aan zoveel in dit leven, ook wel degelijk een negatieve kant. Want wat zien we als we de Engelse woorden hierboven nog eens onder de loep nemen? Op enkele ervan (bijv. solid, figure en charming) zijn nog wel wat rijmwoorden te bedenken, maar op andere (bijv. nature, permanent, salient, sergeant en diamond) rijmt helemaal niets. Tel uit je winst! Als ik ooit een kind met het badwater weg heb zien gooien, dan is het wel hier. Nee, de Nederlandse situatie is zo kwaad nog niet, zolang we een woord als sergeant tenminste maar laten rijmen op hogerhand en niet op luitenant (dat überhaupt al geen goed rijmwoord is omdat het qua betekenis in dezelfde hoek zit).
Het wordt langzamerhand de hoogste tijd dat ik voor de iets minder goede verstaander uitleg wat dit alles te maken heeft met de ondertitel boven dit stukje. De goede verstaander heeft het natuurlijk al begrepen: omdat in de Romaanse talen de klemtoon vrijwel altijd op de laatste of voorlaatste lettergreep van een woord valt, is het in die talen bijna ondoenlijk morfeemrijm te vermijden. De enige woorden waarbij zich geen problemen voordoen, zijn de eenlettergrepige. Als langere woorden op elkaar rijmen, is de kans levensgroot aanwezig dat de rijmende lettergrepen identieke morfemen bevatten, zodat ze (= de langere woorden) even onbevredigend op elkaar rijmen als al die Nederlandse woorden op -atie. (De ironie van het lot wil overigens dat de met die woorden corresponderende Romaanse - en trouwens ook Duitse - woorden vanwege het accent op -tion of -zion(e) juist weer niet op elkaar rijmen, behalve dan via open-en-bloot rime riche!) Denk maar eens aan al die Franse enkelvouden op -al en meervouden op -(e)aux, al die Italiaanse en Spaanse woorden op -ivo of -ico, en aan al die Franse, Italiaanse en Spaanse op resp. -on, -one en -ón. Anders gezegd: wat het Nederlands heeft bij inflatie en sensatie, hebben de Romaanse talen bij hele ritsen woorden, en het zou me niet verbazen als het bij de meerlettergrepige woorden eerder regel dan uitzondering zou zijn. En op al die woorden rijmen evenveel (nou ja, een beetje overdrijven mag toch wel?) woorden als in het Nederlands op -atie, en die woorden zijn dus eigenlijk allemaal even onbruikbaar als rijmwoord. Kortom: het is schijnrijkdom.
Geen wonder dat de Fransen van een rijm als flacon - ballon niet onder de indruk zijn; geen wonder ook dat ze meer waardering hebben voor een rijm als bon ton - menton, want dat mag dan wel, oppervlakkig gezien, rijk rijm zijn, het is dat, bij een nadere etymologische beschouwing van de samenstellende delen, juist niet. Zo gezien hebben de Fransen groot gelijk dat ze dit soort rijm ‘riche’ noemen - ‘verborgen volrijm’ zou ook een aardige benaming zijn.
Hoe dan ook, dichters die zich bedienen van Germaanse talen, verkeren in de riante positie dat ze noch aan verborgen rime riche, noch aan verborgen volrijm hun handen hoeven te branden. Leve het Germaans!