| |
| |
| |
Engelse infiltratie: van Eenzaam zijn de ontembaren tot Bright Lights Big City
René Appel - Vakgroep Algemene Taalwetenschap, Universiteit van Amsterdam
Er ligt een weekblad op tafel, de achterkant boven. ‘Let's go for Johnnie Walker’ lees ik, en ik zie een foto van twee mensen die in schemerlicht roeiend op weg zijn naar een verlicht huis op een eilandje. Een nogal omslachtige manier om behoefte aan drank te bevredigen, maar daar gaat het hier niet om. Onder aan de advertentie, die de hele bladzijde beslaat, lees ik: ‘Johnnie Walker Red Label. Recognised for good taste throughout the world.’ Een katern van een Engelse zondagskrant of een Amerikaans blad? Nee, de kleurenbijlage van Vrij Nederland. Ik heb weliswaar geen vergelijkend warenonderzoek gedaan, maar durf toch te beweren dat er een toename is van volledig Engelstalige advertentieteksten: Go where the flavour leads you (inderdaad, Lucky Strike); Get it right, get Sprite; Catch the wave, share the taste (alweer goed: Pall Mall). Het is mij ook opgevallen dat artikelen in kranten en weekbladen tegenwoordig steeds meer niet vertaalde stukken Engelse tekst bevatten, vooral in het geval van recensies van Engelse boeken. De lezer die het Engels niet of matig beheerst, wordt bijna uitgesloten van kennisname van zo'n bespreking.
De meeste mensen die geïnteresseerd zijn in de infiltratie van het Engels in Nederland, richten zich op het gebruik van Engelse leenwoorden. In vrijwel elke aflevering van Onze Taal staat wel een artikel of ingezonden brief waarin deze kwestie aan de orde wordt gesteld, en meestal in afkeurende zin. Vreemd genoeg laat men een ander, minstens zo interessant verschijnsel onbesproken, namelijk dat het Engels in Nederland steeds minder een vreemde taal is en steeds meer een tweede taal naast het Nederlands. Het lijkt erop dat het Engels het Nederlands in bepaalde domeinen zou kunnen gaan vervangen. De eerste signalen zijn al zichtbaar in advertentieteksten.
| |
Grote verschuiving
Een ander (toegegeven: zeer beperkt) domein waarin het Engels de overhand lijkt te krijgen is dat van filmtitels. Het viel mij een tijdje geleden op dat vrijwel alle filmtitels in het wekelijks bioscoopoverzicht van Amsterdam (de zogeheten filmladder) Engelstalig waren. Als voorbeeld neem ik hier de filmladder van 6 oktober jongstleden. Van de 31 oorspronkelijk Engelstalige films heeft er slechts één een Nederlandse titel gekregen: De ondraaglijke lichtheid van het bestaan. De reden daarvoor zal duidelijk zijn. Het boek van Kundera, waarnaar de film is gemaakt, is vooral bekend onder zijn Nederlandse titel. Verder zijn de oorspronkelijke Engelse titels gehandhaafd.
In mijn herinnering was het Engels vroeger niet zo dominant in de filmladder. Het overzicht voor de week beginnende met 6 december 1962 lijkt mijn vermoeden te bevestigen. Van de 26 oorspronkelijk Engelstalige films hebben er maar liefst 21 een Nederlandse titel gekregen: Verrader in opdracht; Vroeg rijp; Op kamers bij ‘die’ vrouw; enz.
Zo'n vergelijking van twee filmladders waar ruim 25 jaar tussen zit, geeft al een aardig idee van de verschuiving naar het Engels, maar het kan natuurlijk zijn dat het toeval hierbij parten heeft gespeeld, en dat ik er net twee weinig representatieve overzichten uit heb gelicht. Bovendien, als er sprake is van een verschuiving, is het aardig om eens te bezien hoe het verloop daarvan in de tijd precies is. Daartoe heb ik filmladders over een periode van 25 jaar met elkaar vergeleken met tussenperiodes van 5 jaar: 1962, 1967, 1972, 1977, 1982 en 1987.
| |
Categorieën
Uit elk onderzoeksjaar nam ik vier ladders verspreid over het jaar. Iedere oorspronkelijk Engelstalige film scoorde ik in een van de volgende categorieën: Nederlandse titel; Nederlandse titel met de oorspronkelijke Engelse titel als ondertitel (Lijfwacht voor gangsters (The George Raft Story)); Engelse titel, en Engelse titel met Nederlandse ondertitel (Deadly pursuit (Met de dood op de hielen)). Elke film werd slechts eenmaal gescoord. Films met een naam als titel bleven buiten beschouwing (Rambo, Amadeus, etc.), evenals films met een wat taal betreft ambigue titel zoals Cabaret, en films met een tweetalige titel waarin het Nederlands niet een van de twee talen was, bijvoorbeeld Romance à la Carte (That touch of mink). Er waren ook nogal wat films waarvan de herkomst zonder verder bronnenonderzoek niet viel vast te stellen. Dit waren vooral sexfilms, vechtfilms en de meer obscure cowboyfilms. Deze rolprenten, hoewel vermoedelijk vaak oorspronkelijk wel Engelstalig, zijn ook niet in dit onderzoek betrokken.
| |
| |
Tabel 1 Percentages oorspronkelijk Engelse films met een Nederlandse titel (NED), een Nederlandse titel met een Engelse ondertitel (NED(Eng)), een Engelse titel (ENG), en een Engelse titel met een Nederlandse ondertitel (ENG(Ned)).
Met de n is het aantal beoordeelde films aangegeven.
|
|
1962 |
1967 |
1972 |
1977 |
1982 |
1987 |
|
(n = 60) |
(n = 61) |
(n = 59) |
(n = 72) |
(n = 87) |
(n = 85) |
NED |
51,7 |
31,1 |
11,9 |
12,5 |
12,6 |
2,3 |
NED (Eng) |
25,0 |
36,0 |
27,1 |
15,3 |
5,7 |
7,0 |
ENG |
20,0 |
26,2 |
47,5 |
61,1 |
69,0 |
82,4 |
ENG (Ned) |
3,3 |
6,6 |
13,6 |
11,1 |
12,6 |
8,2 |
| |
Duidelijke resultaten
De kwantatieve bevindingen van het onderzoek zijn vervat in tabel 1. Het globale resultaat zal duidelijk zijn: er is sprake van een voortdurende toename van het gebruik van Engels voor bioscooptitels, en het Nederlands wordt verdrongen. Het Nederlandse aandeel is in 25 jaar teruggelopen van ruim 75 tot minder dan 10%. In 1962 was het Engels ver in de minderheid. Als een Engelstalige film in de jaren zestig alleen een Engelse titel kreeg, was het meestal een zeer populaire film, zoals West Side Story of The sound of music.
Nauwkeuriger inspectie van de tabel levert ook nog andere aardige gezichtspunten. Zo is er een opvallende toename te constateren van films met een Nederlandse titel en een Engelse ondertitel in 1967, terwijl de stijging bij de films met alleen de oorspronkelijk Engelse titel nog betrekkelijk gering is. Je zou dus kunnen zeggen dat NED(Eng) een stapje is in de richting van anglisering. Als die tendens toeneemt (tussen 1967 en 1972 een stijging van ruim 20%), neemt het aantal films met een NED(Eng)-titel weer af.
Hoewel minder scherp en in een latere periode, lijkt ongeveer hetzelfde te gebeuren met films met een Engelse titel en een Nederlandse ondertitel. Parallel met de toename van ENG is er een toename van ENG(Ned). Het lijkt erop dat de verengelsing een beetje ‘verzacht’ moet worden. Als de volledig Engelse titel eenmaal ingeburgerd is, kan de Nederlandse ondertitel weer verdwijnen: zie de afname van het percentage voor ENG(Ned) in 1987.
Vanuit sociolinguïstisch perspectief kan het verder interessant zijn verschillende filmgenres te onderscheiden. Een cowboyfilm trekt immers publiek uit andere sociale categorieën dan de nieuwe Godard of een andere zogeheten ‘kunstfilm’. Ik heb me beperkt tot de kunstfilms, waarbij ik ‘kunstfilm’ eenvoudig heb gedefinieerd naar de bioscoop waar de film draaide: Leidsepleintheater, Uitkijk, Cinétol, Kriterion, Studio K, Cinecenter, The Movies. Ik ben me ervan bewust dat zo'n operationalisering discutabel is, maar het lijkt me niet mogelijk de artistieke inhoud van alle films op hun waarde te schatten.
| |
Dutchdamned?
De tweede tabel bevat de gegevens van dit deelonderzoekje, waarbij ik met nadruk moet wijzen op het relatief geringe aantal films dat daarin betrokken is. Uit deze tabel komt in ieder geval duidelijk naar voren dat de kunstfilm, dat wil zeggen de film voor de culturele elite (of wat daarvoor moet gelden), vooroploopt als het gaat om de verengelsing van filmtitels. Zowel in 1982 als in 1987 krijgt in 100% van
Tabel 2 Percentages oorspronkelijk Engelse ‘kunstfilms’ in de vier onderscheiden categorieën (zie tabel 1).
|
|
1962 |
1967 |
1972 |
1977 |
1982 |
1987 |
|
(n=5) |
(n=6) |
(n=15) |
(n=8) |
(n=12) |
(n=12) |
NED |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
NED (Eng) |
60,0 |
16,7 |
0 |
25,0 |
0 |
0 |
ENG |
20,0 |
66,7 |
86,7 |
62,5 |
100,0 |
100,0 |
ENG (Ned) |
20,0 |
16,7 |
13,3 |
12,5 |
0 |
0 |
| |
| |
de gevallen een oorspronkelijk Engelse film alleen de Engelse titel in het bioscoopoverzicht. Het Nederlands lijkt voor deze categorie films te hebben afgedaan.
De conclusie zal duidelijk zijn. Filmtitels is een domein waarin het Engels niet alleen dominant geworden is, nee, het is ondertussen bijna alleenheerser geworden ten koste van het Nederlands. Hoe anders was dat in het begin van de jaren zestig. Toen werden zelfs zeer dicht tegen het Nederlands aanliggende filmtitels nog vertaald, getuige de volgende titels, waarin ook nog trouwhartig het origineel als ondertitel werd gegeven: de Engelse film Tobroek (Tobruk) en de Franse Maciste contra Machte (Maciste contre Machte). In 1988 draait er al een Nederlandse film met een Engelse titel: Amsterdamned. Denkt men in het bioscoopbedrijf misschien ook Dutchdamned?
|
|