‘taal is méér dan communicatie’
Aan de schrijftaal ontleent het Nederlands de status van cultuurtaal. Overigens ben ik het eens met collega Zaalberg, die in 1965 voor dit genootschap betoogde dat het geen enkele zin heeft kunstmatige verschillen tussen spreektaal en schrijftaal te handhaven. Zo stem ik ook in met zijn opvatting dat ‘er voor onze taalcultuur al veel gewonnen zou zijn, als iedere Nederlander even hard zijn best deed om goed te spreken als om goed te schrijven’.
Het gevaar bestaat dat taal uitsluitend als een middel tot communicatie wordt gezien. Goed schrijfonderwijs houdt er rekening mee dat taal nog andere functies heeft: een culturele functie en een groepsidentificerende functie op macroniveau, en niet te vergeten een expressieve functie: de zingeving die het individu als denkend, willend en voelend wezen kenbaar maakt aan anderen. Gericht schrijfonderwijs, functioneel schrijfonderwijs, ze dienen een belangrijke component te vormen van de schriftelijke taalvaardigheid, maar men moet niet de andere vormen van schrijfonderwijs aan de leerlingen onthouden. Ik pleit er dan ook voor, het opstel, dat u allen zo goed kent en waar u ongetwijfeld ook onaangename herinneringen aan heeft, te handhaven, maar ik pleit er niet voor, schrijfonderwijs te laten samenvallen met opstelonderwijs. Een opstel heeft zelden communicatief nut, het is waar, maar het kan een grote persoonlijke waarde hebben. Gevoelens uiten kan grote voldoening geven, en het is door onderwijs meer te sturen dan aangenomen wordt.
Een tweede punt dat de heer De Vries aan de orde stelde, was het geringe culturele besef in Nederland. Hij citeerde zijn collega Van Oostrom, die klaagt over de verkommering van de studie van onze eigen cultuur.
Goed schrijfonderwijs moet ondersteund worden door goed leesonderwijs. De kennismaking met grote schrijvers uit heden en verleden kan de produktieve taalvaardigheid alleen maar bevorderen. Een paar dagen geleden zag ik met een gevoel van verbazing, maar ook met grote jaloezie, dat onder primitieve omstandigheden leerlingen uit Afrika fabels van De la Fontaine reciteerden. In het Engelse basisonderwijs worden toneelstukken van Shakespeare gelezen, en - in aan-