‘hooguit 3½ jaar schrijven op de basisschool’
Als we het gehele onderwijs in het schrijven bekijken, en daarbij ook de ondersteunende taaloefeningen betrekken zoals spelling, zinsbouw, etc, dan wordt verreweg het grootste gedeelte van de beschikbare tijd besteed aan die ondersteunende oefeningen. In de lagere leerjaren betreft het onderwijs in het schrijven vrijwel uitsluitend de voorwaardelijke zaken: de ontwikkeling van de schrijfbeweging tot een vloeiend en leesbaar handschrift, en het leren spellen, het omzetten van klanken in letters. Deze zaken zijn een voorwaarde voor het kunnen schrijven van teksten, voor het op papier zetten van een inhoudelijke boodschap. Vanaf ongeveer groep 5, klas 3, gaan de leerlingen zelf tekstjes schrijven. In het begin zijn die tekstjes hooguit een of enkele regels lang. In het hoogste leerjaar mondt het uiteindelijk uit in gemiddeld 1 uur per week onderwijs in het schrijven. De ene leerling schrijft dan een tekst van een half blaadje, een ander pent ettelijke blaadjes vol. Tegelijkertijd is in die hogere leerjaren nog steeds zo'n 2½ uur per week bestemd voor de ondersteunende taaloefeningen spelling en grammatica. Al met al is er gedurende de gehele basisschoolperiode sprake van hooguit zo'n 3 à 3½ jaar onderwijs in het schrijven van teksten.
Bij al deze voorbereidende oefeningen kan de eigenlijke functie van het schrijven van teksten makkelijk op de achtergrond raken. Dit gevaar bestaat des te meer, omdat de teksten die de leerlingen produceren - verhaal, verslag, opstel en aankondiging - geen authentieke communicatieve functie hebben.
Als zoveel tijd noodzakelijkerwijs aan voorwaardelijke en ondersteunende oefeningen besteed moet worden, is het bijzonder belangrijk dat de kinderen leren inzien en blijven inzien wat de functie van het schrijven van teksten is. Je schrijft in het algemeen om anderen die niet daadwerkelijk aanwezig zijn, deelgenoot te kunnen maken van jouw gedachten, gevoelens, belevenissen, etc. En je schrijft voor jezelf om niet alles te hoeven onthouden, wanneer dat op een later tijdstip weer in al zijn volledigheid tot je beschikking moet staan, zo het risico vermijdend dat je toch weer wat vergeet. Een boodschappenlijstje is een voorbeeld van dit laatste.