Concrete taalverarming
Op het vernederlandsen van vreemde woorden is dus niets aan te merken. Integendeel. Iets anders is het als we ergens al een goed Nederlands woord voor hebben en we dat dan gaan vervangen door een leenwoord, waardoor ons eigen woord verdwijnt. Daar wordt de Nederlandse taal armer van en daar moet krachtig tegen opgetreden worden.
Ik blijf bij de citrusvruchten. Er zijn er een paar die een schitterende Nederlandse naam hebben, maar die steeds op zijn Engels worden aangeduid. Het verrukkelijke kleine, groene citroentje bijvoorbeeld, waar ik twee jaar geleden in Onze Taal uitgebreid over heb gesproken. Lime heet deze vrucht in veel winkels en kookboeken. En dan te bedenken dat wij er in het Nederlands twee namen voor hebben: limoen en lemmetje!
Veel erger nog is het gesteld met de pompelmoes. U denkt wellicht dat u nog nooit een pompelmoes hebt gegeten, maar dan vergist u zich. Een grote grapefruit is een pompelmoes. Eigenlijk is de grapefruit een ondersoort van de pompelmoes, maar nu dreigt het woord grapefruit, deze Amerikaans-Engelse benaming, onze goede oude pompelmoes te gaan verdringen. Hetzelfde gebeurt in het Frans met pamplemousse.