Het Lyrisch Lab
Niet-Germaanse rijmwoorden
Pieter Nieuwint
Hoewel ik in deze aflevering eigenlijk had willen uitleggen dat de driekwartsmaat niet bestaat (dat houdt u dus nog van me te goed), geef ik er de voorkeur aan mijn steentje bij te dragen aan de in het juli/augustusnummer begonnen discussie over ‘De Taal van het Hart’. Jaap Bakker heeft al laten zien dat er dikwijls iets onpoëtisch is aan niet-Germaanse woorden in liedteksten, vooral als er een wel-Germaans equivalent voorhanden is; mij gaat het hier om het gebruik van zulke niet-Germaanse woorden in rijmpositie.
Na het hoofdgerecht staat oom Garmt uit Zuid-Scharwoude op en kijkt olijk de kring van bruiloftsgasten rond. Die gaan er allemaal echt even voor zitten, want die oom Garmt, die kan er wat van. En ja hoor, daar komt zijn feestgedicht:
Het is elke keer weer een sensatie
Als wat eens begon als een relatie
Zonder irritante complicatie
Uitgroeit tot fraaie demonstratie
Van geheel geslaagde integratie
En de hier vereende congregatie
Geeft dus zometeen bij acclamatie
Aan het jonge bruidspaar een ovatie
Kees en Koos: een prima combinatie!
En als oom Garmt een beetje inspiratie heeft gehad, gaat hij zo nog een regel of tweehonderd door, alles onder het motto: hoe langer, hoe knapper, hoe mooier. Ik weet niet hoe het u vergaat bij het aanschouwen of aanhoren van zulke gedichten, maar bij mij wekken ze onveranderd irritatie op, of liever ergernis. Is dat nu uitsluitend doordat er zoveel rijmwoorden op -atie bestaan dat zelfs een kind de was kan doen, of is er meer aan de hand? Het juiste antwoord luidt: er is meer aan de hand.
Aangezien u allen in het bezit bent van Jaap Bakkers rijmwoordenboek, en bovendien de inleiding daarvan uit het hoofd hebt geleerd, weet u dat rijk rijm (‘rime riche’, ‘identiek rijm’) eigenlijk nogal armoedig is, zelfs als de betekenissen van de rijmende woorden radicaal verschillen (‘Ik zat danig in het nauw / En ik dacht: wat moet ik nou?’). Maar, zult u zeggen, bij dat gedicht op -atie verschillen de aan de rijmuitgang voorafgaande medeklinkers toch wel degelijk? Dat is waar, maar omdat in elke regel de rijmuitgang dezelfde betekenisdragende eenheid, oftewel hetzelfde ‘morfeem’ bevat (namelijk -atie), zouden we desondanks kunnen zeggen dat we te maken hebben met een verborgen, en daarom misschien des te hinderlijker, vorm van rijk rijm. ‘Morfeemrijm’ lijkt mij een mooie benaming voor dit uiterst geniepige type, dat we ook aantreffen in paren als concentreren - condenseren (met de meeste zelfstandige naamwoorden op -atie correspondeert een werkwoord op -eren), magnifiek - kolderiek, dirigent - monument, politie - inquisitie, lumineus - amoureus, hypothese - exegese, solide - timide, etc.
Het vervelende aan al die geïmporteerde eindmorfemen is uiteraard dat ze het woordaccent, en daarmee het rijm, naar zich toe trekken. Deden ze dat niet, dan was er geen probleem. Het goed-Nederlandse -heid is zo'n morfeem dat de klemtoon laat waar hij was, zodat blijheid en vrijheid net zo mooi rijmen als blij en vrij. Vergelijk dat nu eens met het leenmorfeem -teit: dat maakt, door de klemtoon op te eisen, alle woorden die erop uitgaan (en dat zijn er nogal wat!) onbruikbaar als rijmwoord. Mijn stelling is nu, dat het verschil tussen al die woorden op -teit en al die woorden op -atie (en op -eren, etc: zie boven) slechts gradueel is. Met andere woorden: als we bij al die woorden op -teit kunnen spreken van rijk rijm (en dat zal toch niemand ontkennen), dan kunnen we dat ook bij al die woorden op -atie. (We mogen nog van geluk spreken dat die uitgang -teit alleen vastgeplakt kan worden aan woorden die zelf al van vreemden huize zijn: agressief, pervers, eventueel, etc. Stel je toch eens voor dat het zelfstandig naamwoord bij schor schorriteit was! Dat zou een ramp zijn voor de Nederlanse dichtkunst.)
Betekent dit nu dat woorden op -atie e.d. helemaal nooit in rijmpositie gebruikt mogen worden? Nee, dat betekent het niet. De -atie-rijmen in het volgende gedicht bevatten geen spoor van (verborgen) rijk rijm:
Elke keer als ik Agaath zie
Wat een charme! Wat een gratie!
Het zal echter duidelijk zijn dat het oom Garmt niet mee zal vallen op deze wijze tweehonderd regels door te gaan.