Veldeke bijvoorbeeld
In de jaren zestig ben ik lid geworden van de vereniging ‘Veldeke’. Veldeke, de naam van een Limburgse taalbeweging, is een letternaam: Voor Elk Limburgs Dialect Een Krachtige Eenheid. Gelukkig bekommert niemand zich thans om het programma dat uit die volledige naam zou moeten worden afgeleid. Zou men ooit één Limburgs dialect gewild hebben?
Veldeke is ontstaan in de stad van Henric van Veldeke: Maastricht. De vereniging is opgericht in 1927, vanuit de behoefte om de eigen taal en identiteit te blijven behouden toen de opkomende mijnbouw nogal wat veranderingen teweegbracht. In april 1988 waren er bijna 2600 leden: individuen of instanties. De vereniging stelt zich in het algemeen tot doel ‘het instandhouden en bevorderen van de Limburgse dialecten’. Dat brengen wij in praktijk door publikaties over de Limburgse taal en volkscultuur uit te brengen en te verspreiden, en door lezingen te houden. Veldeke is ook een vereniging die de gelegenheid biedt om over taal te discussiëren buiten taalkundige kring.
Lid worden van zo'n vereniging is wel geaccepteerd, maar je stuit op bezwaren als je gaat morrelen aan gevestigde normen over taalgebruik. Ik heb in het tijdschrift Veldeke wel eens beweerd dat het niet onbeleefd is om dialect te spreken tegen iemand die dat dialect wel verstaat maar niet spreekt. Ook moet naar mijn mening de ‘taalkeuze’ in gemeenteraadsvergaderingen niet zo klakkeloos verlopen als nu vaak gebeurt: de plaatselijke taal past daar net zo goed (of beter) als het standaard-Nederlands. Wie dergelijke dingen verkondigt, krijgt allerlei reacties: er zijn mensen die je tegen je wil in hun armen willen sluiten, en andere verketteren je. Veldeke is over het algemeen een rustige, bezadigde club van mensen die vooral willen genieten van al die prachtige dialecten. Men heeft daar niet veel gedachten over gevechten betreffende taalverhoudingen. Daarom vallen opmerkingen zoals de bovenvermelde zelfs daar niet bij iedereen goed.
Ook zijn er mensen - Veldeke heeft daar niets mee uit te staan - die lijden aan wat ik maar zal noemen ‘Hollandhaat’. Ze zoeken naar alles en iedereen die hen steunt bij hun inspanningen om zich zo veel mogelijk van ‘Holland’ te onderscheiden, zelfs om lucht te kunnen geven aan separatistische neigingen. Taal speelt daarin natuurlijk een belangrijke rol. Dergelijke personen schijnen niet te kunnen begrijpen dat er principiële uitspraken over taalgebruiksgewoonten gedaan kunnen worden die:
- | niet inhouden dat de ene taal in alle omstandigheden mooier, beter of bruikbaarder is dan de andere; |
- | niet inhouden dat je territorium-wensen hebt; |
- | niet betekenen dat je lijdt aan Holland- of Hollanderhaat. |