Taal is maar één factor
‘Voor het schoonmaken van schepen en het metselen van muren heb je geen Nederlands nodig’, verzucht Mehmet Ekin, een Turk die in het Buitenlanders Bulletin (1985, 7, blz. 21-23) wordt geïnterviewd. De meeste buitenlanders in Nederland en België moeten genoegen nemen met slecht betaalde handenarbeid waarvoor geen of weinig vooropleiding en taalvaardigheid vereist zijn. De arbeidsomstandigheden zijn daarbij doorgaans van dien aard dat er weinig mogelijkheden zijn tot communicatie met Nederlandstalige collega's. Mehmet Ekin: ‘We kwamen nooit met Nederlanders in contact. In de kantine zitten Nederlanders bij Nederlanders, en Turken bij Turken. De Nederlanders zeiden alleen maar dag of alles goed?, of Holland mooi? Dit was alles wat we leerden. Af en toe gingen we naar de discotheek. Wat drinken?, alles goed? en getrouwd? zeiden we. Dat was het. Daar eindigde het gesprek.’
De waarde van een certificaat op het allerlaagste niveau heeft naar alle waarschijnlijkheid niet meer waarde dan het ‘strikdiploma’ dat vierjarigen op sommige kleuterscholen krijgen uitgereikt wanneer ze erin geslaagd zijn hun eigen schoenen dicht te knopen. Het is zeer de vraag of allochtone volwassenen door middel van een dergelijk diploma worden aangezet tot het leveren van alle inspanningen die noodzakelijk zijn om Nederlands te leren.
Ook van certificaten die getuigen van een veel hoger niveau van vaardigheid in het Nederlands mogen geen wonderen verwacht worden. Uit gegevens die het Landelijk Bureau Racismebestrijding verzamelde, komt naar voren dat een goede beheersing van de Nederlandse taal voor allochtonen lang niet altijd voldoende is om door sollicitatieprocedures heen te komen. De instelling van certificaten zou al nuttig zijn als werkgevers daardoor zouden afzien van het stellen van oneigenlijke en onredelijke eisen aan het taalvaardigheidsniveau van anderstalige sollicitanten; aan allerhande andere belemmeringen, zoals vooroordelen, kunnen de certificaten toch geen einde maken.
Het is een verdienste van de Nederlandse Taalunie dat zij onderzoek naar en publikaties over onderwijs Nederlands aan anderstaligen stimuleert. De auteurs van de Voorzetten laten zien dat er op dat terrein nog veel werk verricht moet worden; de Taalunie laat zien dat dat werk haar ter harte gaat.
Montens, F. en A.G. Sciarone (1985), Nederlands bij buitenlanders, Voorzetten 5, Groningen/Leuven.
Beheydt, L. (1987), Het Certificaat Nederlands en Nederlands als Tweede Taal, Voorzetten 7, Groningen/Leuven.
Verhallen, S. (1986), Lessen Nederlands voor anderstalige volwassenen in Nederland. Een inventarisatie van cursussen naar doel en opbrengst. Voorzetten 9, 's-Gravenhage.
Leman, J., K. Sergeijssels en W. Geirnaerdt (1987), Lessen Nederlands voor anderstalige volwassenen in Vlaanderen en Brussel. Een inventarisatie van cursussen naar profiel van cursisten en lesgevers. Voorzetten 11, 's-Gravenhage.
Leman, J., K. Sergeijssels en W. Geirnaerdt (1988), ‘Beter één certificaat in de hand...’ Voorzetten 13, 's-Gravenhage.