Ons Huis van Orange
Oranje is internationaler dan sinaasappel. Denk maar aan het Frans en het Engels; beide talen kennen de orange. Maar het woord is er niet inheems, zomin als de vrucht het is. Oranje stamt uit het late Sanskriet, de Oudindische taal waarin de sinaasappelboom - en wel de bittere variant - naranga heette. Het Perzisch nam dit woord over als narang en vervolgens kwam het in het Arabisch als narandj. Veel Arabische woorden zijn via het Spaans in de Europese talen gekomen; dat geldt ook voor de oranje. Het Spaans heeft nog steeds zijn naranja.
De beginklank van naranja, de n, werd in het Frans, het Italiaans en het Portugees opgevat als het onbepaald lidwoord. In deze talen ontstond toen een nieuw zelfstandig naamwoord zonder de n: in het Italiaans werd het arancia en in het Portugees laranja. De l is een rest van het oude Portugese bepaalde lidwoord la.
Wij hebben de oranje via het Frans. In deze taal is de a- veranderd in een o-. Daar zijn verschillende verklaringen voor. Zo zegt men wel dat er een verband werd gelegd met or ‘goud’: arange zou orange zijn geworden door de gouden kleur. Volgens enkele Franse etymologen klopt deze verklaring niet. Zij zien een verband met de Zuidfranse plaats Orange, de stad waaraan ons vorstenhuis zijn naam ontleend heeft. De vrucht heette in het Frans eeuwenlang pomme d'orange: ‘appel uit Orange’, ‘appel van Oranje’. De arange werd vanuit Orange naar het noorden vervoerd. Vandaar pomme d'orange en later orange.
De plaatsnaam Orange heeft niets met narandj te maken. In de Romeinse tijd heette de stad Arausio; later is die naam verbasterd tot Orange. Het Nederlandse vorstenhuis dankt zijn naam aan de plaats Orange, maar de kleur waarmee het zich tooit aan de kleur van de oranje(appel).