Spellen met ellen
W. Sterenborg - Tilburg
In de jongste telg van Wolters' woordenboeken, Kleintje Wolters, door Gerard Verhoeven, viel mijn oog op de drukfout paralell- en tegelijk op het woord eronder: parallellepipedum. In deze wiskundige term, samengesteld uit parallel + epipedum, kwam de vierde / mij overbodig voor. Bij controle bleek dat ook de andere woordenboeken deze spelling hanteren, voor zover ze althans na 1954 verschenen zijn. (Een gunstige uitzondering vormt Paardekoopers ABN-uitspraakgids.) Woordenboeken van vóór 1954, het jaar van het Groene Boekje, schrijven allemaal parallelepipedum, welke vorm met enkele / we trouwens in andere talen terugvinden, tot in het Russisch toe.
Met de gesignaleerde vorm lopen wij dus uit de pas. De ontsporing schijnt ingevoerd te zijn door de Spellingcommissie. De vraag is nu wat haar bewogen heeft tot deze ingreep in de schrijfwijze van een vakterm, die tot gevolg heeft dat jongere wiskundigen de dubbele l toepassen, en oudere de enkele.
Het motief kan geweest zijn een verkeerde uitspraak te voorkomen, namelijk met een stomme e in de derde lettergreep (paralle/lepipedum) of met een lange ee (parallee/lepipedum).
Maar wie had er in wiskundekringen behoefte aan zo'n afwijkende uitspraak! Overigens had de ingreep als logisch gevolg ook spellingen moeten opleveren als: tellapparaat, spellevaluatie, hotelletage, zwellelement, welleer, modellactie, bestellauto en appel-linstantie. Zover is het niet gekomen; in Van Dale vinden we nog steeds parallelas en paralleloppervlakte. De verdubbelde l kan juist een andere uitspraakfout in de hand werken: parallel/lepipedum.
De verdubbeling moet wel op een vergissing berusten, te meer omdat het WNT (Woordenboek der Nederlandsche taal) de traditionele, universele spelling duidelijk uitlegt als een combinatie van vormen van de Griekse woorden parallel (evenwijdig) en epipedon (vlak). Daarenboven geeft het WNT ook parallelogram, in tegenstelling tot de hedendaagse woordenboeken, die ook hierin de l verdubbelen, wat ze bijvoorbeeld niet doen in encefalogram, waarin de aan die l voorafgaande klinker eveneens kort klinkt (namelijk als die in ‘val’).
Laten we hopen dat de spellinghervormers van onze tijd niet onnodig met traditie en conventie strijdige woordbeelden scheppen.