(live), niet bestaande (okkeesjun), misleidende (industry) en lastige (upgedated) anglicismen. Daar staat geen enkel signalement van Franse leenwoorden tegenover.
Als de genoemde generalisatie steekhoudt, verwachten we dat men spellingverandering van Engelse leenwoorden veel sterker zal afkeuren dan de verandering van leenwoorden uit andere talen, bijvoorbeeld het Frans. Die verwachting hebben we onze studenten in het kader van een inleiding in de taalbeheersing laten toetsen door middel van een klein experiment dat ongeveer op dezelfde manier was opgezet als dat van Assink. Zeven studenten legden ieder dertig proefpersonen (merendeels jongeren) vijf vernederlandste Engelse leenwoorden en vijf vernederlandste Franse woorden voor. Bijvoorbeeld:
Engels: flet, teep, kieper, kwis, sjow
Frans: dinee, nivo, sjarmant, sjef, doebleur.
We zorgden ervoor dat de onderzochte leenwoorden verder zo vergelijkbaar mogelijk waren, opdat het aantal alternatieve verklaringen voor eventuele verschillen in waardering zo klein mogelijk zou zijn. De proefpersonen moesten aan de hand van een schaal van zes punten aangeven hoe erg ze de afwijking vonden: van 1 (helemaal niet fout) tot 6 (onvergeeflijk fout).