Nieuws van het ABN
Jaap Bakker, Marlies Philippa, Robert-Henk Zuidinga
Een van de belangrijkste doelstellingen van het Actiecomité Buitenlandse Namen is het overbodig maken van de door velen bekritiseerde Schrijfwijze van buitenlandse namen van het ANP, het zogenaamde ‘blauwe boekje’. Dat doel lijkt sneller bereikt te worden dan we aanvankelijk durfden hopen, nu de Nederlandse Taalunie een Werkgroep Buitenlandse Namen heeft geformeerd. Deze werkgroep, die officieel op 25 oktober a.s. zal worden geïnstalleerd, heeft als opdracht een voorstel te doen voor een lijst met namen van landen en hun hoofdsteden: wordt bijvoorbeeld Kampuchea, Malaysia en Budapest de officiële spel-ling, of mogen we Cambodja, Maleisië en Boedapest blijven zeggen en schrijven?
Daarnaast zal de Werkgroep advies uitbrengen over afgeleiden van deze namen: bijvoeglijke naamwoorden en inwonernamen. Wordt het Peruaan(s) of Peruviaan(s), Israeliër of Israeli, en behouden deze woorden hun hoofdletter?
Het is de bedoeling van de Werkgroep om zich te baseren op de zogenoemde CBAN-lijst, de ‘Lijst van Landennamen’ die in 1980 door een officiële commissie werd opgesteld maar die niet algemeen ingang heeft gevonden. De Werkgroep, onder voorzitterschap van prof. dr. D.P. Blok, hoopt binnen een jaar na installatie met een voorstel te komen.
Het ABN is blij dat de Taalunie vaart zet achter de standaardisering van de spelling van buitenlandse namen. Op het ogenblik kunnen we nog niet overzien in hoeverre de Werkgroep onze uitgangspunten deelt. Het spreekt vanzelf dat we haar kritisch zullen volgen en daarvan in Onze Taal verslag zullen doen.
In het jaar dat de Werkgroep bezig is, gaat het ABN verder met zijn activiteiten. Zo kunt u van ons incidentele artikelen verwachten over deelonderwerpen, zoals de omspelling van namen uit andere schriftsystemen (bijvoorbeeld het Arabisch en het Chinees) in het Nederlands, en de schrijfwijze van buitenlandse namen in andere moderne talen.