Onze groeiende woordenschat (1)
Ing. L. de Bruijn - Blokker
De Nederlandse taal is voortdurend in beweging. Er komen vrijwel dagelijks nieuwe woorden bij: sommige daarvan zijn na een paar maanden al weer verdwenen, andere blijken nuttige aanvullingen op onze woordenschat te vormen.
Onder de titel Onze groeiende woordenschat wil de redactie van Onze Taal van tijd tot tijd een selectie laten verschijnen van nieuwe woorden. Deze woorden zijn afkomstig uit recente artikelen in kranten en bladen, een enkele keer ook uit radio- en TV-uitzendingen. Leenwoorden en specialistische vaktermen worden niet opgenomen. De vindplaatsen van de woorden zijn bij de redactie bekend.
Buurtpreventie: tegenover een jaar lang berichten over vertraagde, gestopte en mislukte experimenten met ‘buurtpreventie’ staat nu de ervaring in Tuindorp Buiksloot in Amsterdam-Noord. Een groep van zeven inwoners heeft sinds enkele maanden met succes de strijd aangebonden met vandalisme en kleine criminaliteit.
Doelgroepenbeleid: omgekeerd vrezen de werkgeversorganisaties dat de bonden de arbeidsbureaus zullen misbruiken voor een doelgroepenbeleid: het aan een baan helpen van allerlei moeilijk plaatsbare groepen werklozen.
Dompelpakken: des daags maar ook wel des nachts, als het noodzakelijk is. In de hal trekken de heli-reizigers hun gele dompelpakken aan. Dompelpak is de beeldende Nederlandse naam voor ‘survival suit’.
Instantloterij: de instantloterij is voor Nederland een nieuw begrip. Op de loten zit een grijs verflaagje, waaronder zich bedragen bevinden. Die komen bloot wanneer het laagje er met bijvoorbeeld een muntstuk wordt afgekrabd.
Intervisie-besprekingen: die controle zou vergroot kunnen worden, bijvoorbeeld door van therapeuten in privé-praktijken te eisen dat zij regelmatig en intensief deelnemen aan intervisiebesprekingen met collega's.
Prullenmanderen: een advies of voorstel naar de prullenmand verwijzen.
Winterbier: bedoeld als aperitief, sterk, ietwat zoet bier, ook zeer goed als digestief te gebruiken.
Ontgroening: de bevolkingsveroudering kent twee aspecten, namelijk een relatieve vermindering van het aantal jongeren (ontgroening) en een relatieve vermeerdering van het aantal ouderen (vergrijzing).
Scholingsinspanning: de commissie-Dekker haalt de verwachting aan dat in de komende jaren tot 1990 de ‘scholingsinspaning’ met ca. 25% moet toenemen.
Volgtijdig: een eigentijdse term voor achtereenvolgens; het tegenovergestelde van gelijktijdig.
Angiografie: medische diagnosetechniek waarbij bloedstromen in beeld worden gebracht en vaatstructuren worden geanalyseerd.
Telewerk: werken op afstand van het bedrijf, meestal thuis met behulp van telecommunicatie en micro-elektronica.
Chelatietherapie: therapie die overtollige kalk uit de bloedvaten verwijdert.
DAT-recorder: met Digital Audio Tapes kunnen compact-discs worden gekopieerd van studio-kwaliteit.
Baarkruk: hulpmiddel om zittend te bevallen.
Expert-systeem: computerprogramma dat denkt en redeneert als een expert; een vraagbaak die interactief problemen oplost.
Flitstrein: trein met aansluiting op het TGV-net.
Omkatten: het ombouwen van twee of drie gestolen auto's tot één onherkenbare andere.
Ingangen: meerdere contactpersonen per adres geven extra ingangen binnen een bedrijf.
Tegensprakelijk: Van Dale kent tot nu toe alleen tegensprakig en tegensprekelijk.
Knabbelfront: de wondere wereld van fuifnummers, pretletters, tengels en wokkels. Opvullingen van verveel-momenten.
Netwerk: van een hoogleraar wordt nu eenmaal verwacht dat hij een extern netwerk opbouwt. Netwerkrelaties zijn: bemiddelaars, sociale en politieke makelaars, beschermers, referenties en vaak ook ‘friends of friends’. Pretpakket: meisjes komen tegenwoordig minder vaak in het lager beroepsonderwijs, maar op de mavo kiezen ze dan vaak een ‘pretpakket’. Bedrijfsdas: ‘Ik denk wel eens: wie koopt er nog een gewone das? Iedereen wil een bedrijfsdas.’
Betaaltelevisie: vorm van televisie waarbij de kijker per programma betaalt.