Hun wouen nooit geen...
Ook veel kritiek was er op incorrect taalgebruik. ‘Hoe komt het toch dat in het gehele land, door alle dialecten heen, de derde naamval hun voor de eerste naamval wordt gebruikt? Zelfs door zogenaamde intellectuelen. Ik zou het niet over mijn lippen kunnen krijgen.’ Verder werden genoemd: het heb, ik heb ze niet gezien (in plaats van ik heb haar niet gezien), we wouen, nooit geen, data's, groter als, bij z'n eigen.
Opvallend is dat velen zich in 1987 gestoord hebben aan de onjuiste uitspraak van woorden. ‘Wij hadden op de lagere school niet het lef moeten hebben bij het lezen de klemtoon verkeerd te leggen. De meester hakte er ogenblikkelijk op in. Tegenwoordig is dat schering en inslag. Ministers, staatssecretarissen, nieuwslezers, allen maken er een potje van. Overleggen als het overleggen moet zijn, is wel een van de bekendste voorbeelden. In voorzetselgroepen wordt tegenwoordig vrijwel altijd de klemtoon op het voorzetsel gelegd, terwijl die meestal op het zelfstandig naamwoord behoort te liggen. Onder de aanwezigen bevond zich ook de koningin. Arm mens. Al die aanwezigen boven op haar. Als de klemtoon, zoals het hoort, op het zelfstandig naamwoord wordt gelegd, dan klinkt het aannemelijker. Onder de aanwezigen bevond zich ook de koningin.’
Over barbarismen raakt men niet uitgesproken: glanzend vioolspel, überhaupt, heikel, hectisch, groter als, gunstige prijzen, afbouwen, middels, eenduidig, wetenschapper, modisch. Allemaal woorden die uit het Duits komen en die nu in onze taal veel ergernis wekken.
Niet alleen de ergernis over het Duits is groot. ‘Over anglicismen kan je hele bladen vullen. Waarom soft ijs niet zacht ijs wordt genoemd, snap ik niet. Gedateerd, sponsor, start, shop, week-end, handicap, talkshow. En neem liveuitzending. Waarom niet: een rechtstreekse uitzending? Wat helemaal erg is: Het wordt in ieder geval rechtstreeks en live uitgezonden (Ivo Niehe, Tros).’