God, pot en dikke shit
Vloeken in gradaties
Riemer Reinsma
Hoe komt het toch dat er zo veel krachttermen bestaan? Woorden en uitdrukkingen die je gebruikt als je zojuist met een hamer op je duim hebt geslagen of ontdekt hebt dat je portemonnee gerold is. Waar mensen boos, verbijsterd of wanhopig zijn, daar schiet een welige flora van gepeperde uitdrukkingen op, variërend van god-kelere via jezusallemachtig tot verduweld-nog-aan-toe. Tientallen uitroepen die alle een beknopte samenvatting zijn van hetzelfde bericht: ‘ik ben ontzettend boos’ of ‘ik verga van de pijn’.
Waarom zo'n overvloed aan krachttermen? Wie boos is, staat altijd weer voor een dilemma: aan de ene kant wil hij iets buitengemeen krachtigs ten gehore brengen, iets dat zijn gemoed afdoende oplucht. Anderzijds schrijft onze cultuur voor dat je je woede niet al te direct uit, want dan krenk je eventuele toehoorders. Wanneer de te bezigen krachtterm een vloek is, komt er nog een remmende factor bij: je mag Gods naam niet ijdel gebruiken. Doe je dat toch, dan roep je zijn wraak over jezelf af.