Het Lyrisch Lab
Jaap Bakker
U herinnert zich dat we twee maanden geleden de klankeigenschappen van Engelstalige liedjes hebben bestudeerd aan de hand van een klein, maar representatief onderdeel: de slotsyllabe. Daarbij kwamen duidelijke wet-matigheden aan het licht; er bleek een overweldigende voorkeur te bestaan voor open lettergrepen, terwijl woorden op een harde (= stemloze) medeklinker nauwelijks werden gebruikt om een lied mee af te sluiten.
Vandaag gaan we in op de brandende vraag, of zulke klankwetten ook gelden voor het vaderlandse repertoire. Ons studiemateriaal hebben we geput uit liedjesbloemlezingen en een vijftigtal grammofoonplaten van solisten, popgroepen en musicals. Zo kregen we een verzameling van 746 redelijk bekende, muzikaal geschreven kwaliteitsteksten. De slotlettergrepen daarvan hebben we verdeeld in vijf klankgroepen; twee minder dan de vorige keer, want het Nederlands kent geen woorden die eindigen op ‘zachte fricatieven’ (v, z, zj, dzj, th) of ‘zachte explosieven’ (b, d, g).
Vrouwelijke rijmwoorden (liefde, dromen, leven, missen e.d.) lieten we buiten beschouwing, waardoor 84 liedjes afvielen (11%). Onder de overblijvende mannelijke rijmwoorden bevindt zich een aantal favorieten: het woordje jou komt 20 keer voor, zijn 18 keer, mij 17 keer, alleen 11 keer en niet 10 keer.
De tabel vermeldt per klankgroep het totaal aantal aangetroffen slotwoorden (A), het aantal verschillende woorden (B), en het aantal woorden dat, volgens het Nederlands Rijmwoordenboek, beschikbaar is (C). Kolom D vermeldt de ‘populariteitsindex’ (D = A/C: 662/27.377) en E de ‘welluidendheidsindex’ (E = B/C : 436/27.377). Voor nadere uitleg van die indexen verwijzen we naar het februari/maartnummer. Let op: in de daar afgedrukte formules is een zetfout geslopen. In plaats van het teken = tussen beide quotiënten had er een : moeten staan.
Ook nu weer zien we een duidelijk patroon. Klinkers en resonerende medeklinkers worden relatief veel meer gebruikt, en kennelijk ook welluidender gevonden, dan schuur-, sis- en plofklanken. In absolute aantallen gerekend komen de explosieven opmerkelijk veel voor, ongeveer vijf keer zoveel als in het Engels. De oorzaak daarvan is vooral de hoge frequentie van de -t. Volgens de boekjes is dat een klank die vermeden moet worden, maar daar lijkt de Nederlandse tekstdichter zich weinig van aan te trekken. Hij kan ook moeilijk anders, want het merendeel van de Nederlandse werkwoordsvormen eindigt op een -t, evenals een grote hoeveelheid bruikbare, dichterlijke substantieven: hand, hart, nacht, schat, tijd, enz. Nu mogen we al die t-woorden niet over één kam scheren; er zijn relatief mooi klinkende woorden bij (zoals genoemde voorbeelden), en relatief lelijke. Zeer onwelluidend zijn lettergrepen die eindigen op -kt, -pt en -st, zoals denkt, kijkt, begrijpt, danst, bokst, zachtst. Zulke fonetische gedrochten (probeer ze maar eens te zingen!) komen in onze verzameling nauwelijks voor.
Klankgroep |
A |
B |
C |
D |
E |
Tweeklanken (ooi, ou, ui, ij) |
77 |
28 |
812 |
3,93 |
2,17 |
Liquidae (l, m, n, ng, r) |
250 |
155 |
6.771 |
1,52 |
1,44 |
Eenklanken (a, ee, ie, o, oe, u) |
50 |
36 |
1.959 |
1,05 |
1,16 |
Harde explosieven (p, t, k) |
224 |
171 |
12.380 |
0,75 |
0,87 |
Harde fricatieven (f, s, ch) |
61 |
45 |
5.455 |
0,46 |
0,52 |
Totaal / gemiddeld |
662 |
435 |
27.377 |
1,00 |
1,00 |
Onze liedjesschrijvers gaan dus wel degelijk selectief te werk, al houden ze zich minder angstvallig aan klankwetten dan hun Engelstalige collega's. Uit de tabel blijkt dat het verschil tussen de meest en minst populaire klankgroep een factor 8 bedraagt. In het Engels is dat een factor 30. Kennelijk doen Broadway-auteurs meer hun best om mooi klinkende woorden in de slotpositie te plaatsen en onwelluidende woorden aldaar te vermijden. Die praktijk levert muzikale teksten op, maar leidt ook tot een zekere voorspelbaarheid. Niet minder dan 25% van de Broadwaysongs eindigt op me, you, love, day of night (de Engelstalige top-vijf). Van de Nederlandse liedjes eindigt maar 10% op een van de top-vijfwoorden. En wie de Engelse en Nederlandse teksten vergelijkt, ontkomt niet aan de indruk dat de eerstgenoemde ook in andere opzichten - vocabulaire, beeldspraak, thematiek - wat voorspelbaarder zijn.
De Nederlandse tekstdichter hecht meer waarde aan originaliteit dan aan welluidende gemeenplaatsen, maar ontkomt toch niet aan de eisen en beperkingen van Lyrische Taal. Die eisen betreffen niet alleen de klank, maar ook de woordkeus. Waarom, bijvoorbeeld, is de categorie ‘eenklanken’ minder populair dan we op grond van de klankeigenschappen zouden verwachten? Dat komt doordat de rubrieken A, EE, EU, IE, O, OE en U toevallig een hoog percentage ondichterlijke woorden bevatten.
Ondichterlijke woorden: daar komen we op terug.