Onze Taal. Jaargang 57
(1988)– [tijdschrift] Onze Taal– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 64]
| |
PCUdB■ De werknemers van de Overijsselse Landbouwmaatschappij informeren hoe het voltooid deelwoord van bingo geschreven dient te worden. Een serieuze vraag verdient een serieus antwoord, en ik deel dan ook bij dezen mede dat dit taalbouwsel niet anders dan als gebingood gespeld moet worden. Dat is dan ook de eerste optie van de Overijsselezen (Zouden de Overijsselaars zelf wel weten hoe ze heten? Deze vraag komt zo en passant bij me op.), maar als alternatieven stellen ze bijvoorbeeld gebingo'ed en gebingoëd. Waarom toch? Laten we de uitgang -ed nooit gebruiken, ook niet in Engelstalige derivaten. Onze goede Van Dale bijvoorbeeld zegt het zelf: het deelwoord van leasen is niet geleased, maar geleast. Ja, zegt men dan in Twente, Salland en in het Zwolse: het .punt is juist dat het woordenboek bingoën niet als werkwoord kent. Dat is juist. Hetzelfde geldt voor squashen en naar ik aanneem voor heel wat meer van dat soort woorden. Gelukkig echter kunnen wij ons beroepen op de analogie: kanoën komt wel in Van Dale voor en heeft geheel in overeenstemming met de hierboven ontvouwde zienswijze het voltooide deelwoord gekanood. Hiermee acht ik het onderwerp afgesloten en mag ik eindelijk een vierkantje zetten. ■ De laatste opmerking zij een antwoord op een onderdeel uit het schrijven van mevrouw M.E. Zwart-Groot uit Twello, die het te pas en te onpas zetten van vierkantjes in plaats van punten niet erg logisch vindt. Dat is het ook niet, volledig met u eens. Maar het oog wil ook wat, en bovendien geeft het schrijven van een halve kolom zonder ergens ook maar een vierkantje te plaatsen mij het onbehaaglijk gevoel dat ik jegens mijn opdrachtgevers te kort schiet. En als u goed kijkt, kunt ù beslissen waar eigenlijk het laatste vierkantje echt had moeten staan? Geloof me, het pad van een ... Nee, ik ga zeuren. Weer een vierkantje. ■ Een probleem van dezelfde mevrouw uit Twello: waarom wordt occasion tegenwoordig op zijn Engels als okkeesjen uitgesproken, terwijl iedereen het Franse occcasion toch begrijpt? ■ Dat laatste is maar de vraag, madame, sinds het onderwijs in het Frans nog maar voor een kleine groep is weggelegd. En daarbij: u vindt natuurlijk okkazyòng mooier klinken dan okkéésjen, en persoonlijk vind ik dat ook, maar wie zijn u en ik? Vooral, wie ben ik die alweer te onpas zo maar binnen uw onderwerp een vierkantje heb geplaatst? Ik dank u overigens ook voor de resterende opmerkingen in uw schrijven, maar neem thans de vrijheid andere zaken aan te snijden. Bingo. Ik bedoel: vierkantje! ■ Tot dusverre zijn bij mij nog maar twee inzendingen op de ritsprijsvraag binnengekomen. Ik verzoek de beide inzenders nog even geduld te hebben, want eigenlijk verwacht ik toch nog wel wat meer vondsten bij de overige lezers. ■ Zij die toevallig niet weten waar ik het over heb, worden gesommeerd onverwijld het decembernummer van het afgelopen jaar te bestuderen. ■ Mevrouw G.C.A. Fransen uit Bloemendaal hoorde des morgens om 5.57 u. via de radio de zin Hij is vanavond langsgeweest. Is dit een voorbeeld, vraagt zij, van de Onvoltooid Verleden Toekomende Tijd? Ik denk het niet (een beter exempel van deze tijd lijkt mij het Russische Perestrojka, maar dat vindt u misschien te cynisch); eerder tref ik hier het taalgebruik van iemand die om die tijd nog niet naar bed is geweest, althans niet heeft geslapen, en in wiens of wier brein derhalve de datumgrens nog niet is overschreden. Voor mij is in ieder geval vanuit het perspectief van drie uur 's nachts de voorafgaande avond vanavond, als ik mij te ruste leg, maar gisteravond als men mij om die tijd in mijn nachtrust stoort. ■ En als u toch niet slapen kunt: bedenk eens een rits. |
|