Verweren en aanvallen
Meestal debatteert men volgens een vast schema waarbij elk teamlid twee spreekbeurten krijgt: een opbouw-beurt en een verweerbeurt. De op-bouwbeurt bevat de belangrijkste argumenten. De verweerbeurt is bedoeld om de argumentatie van de tegenpartij te bekritiseren of te weerleggen en om de aanvallen op de eigen argumentatie te ontzenuwen. Omdat de taak van de voorstanders door de verdeling van de bewijslast iets zwaarder is, is de schikking van de beurten in hun voordeel; zij krijgen het eerste en het laatste woord.
Hoe gaat zo'n debatwedstrijd nu in z'n werk? Wel, dat valt het best te schetsen aan de hand van een voorbeeld. Ik zal daarom hieronder de belangrijkste punten uit een van de betere wedstrijden van het toernooi in Leiden kort weergeven.
Het debat ging, zoals gezegd, over de maximumsnelheid op snelwegen. De voorstanders moesten de stelling verdedigen dat er op de Nederlandse snelwegen een zogenaamde gedifferentieerde snelheidslimiet ingevoerd moet worden. Dat wil zeggen dat op snelwegen waar relatief weinig ongelukken gebeuren de maximumsnelheid verhoogd moet worden tot 120 kilometer per uur. Maar op snelwegen die verhoudingsgewijs onveilig zijn, moet de huidige limiet van 100 gehandhaafd blijven of zelfs verlaagd worden.
De eerste spreekster van de voorstanders probeerde in haar opbouwbeurt aannemelijk te maken dat de huidige limiet van 100 een aantal ernstige misstanden op 's lands snelwegen veroorzaakt. ‘Iedereen weet’, zo beweerde ze, ‘dat je links en soms ook rechts voortdurend wordt ingehaald wanneer je 100 rijdt. Uit onderzoek is gebleken dat maar liefst 66,8% van de automobilisten harder rijdt dan toegestaan, want men vindt de huidige limiet onredelijk en zinloos. De politie ziet geen kans om alle overtreders te bekeuren en grijpt alleen nog maar in wanneer er harder dan 120 gereden wordt. En zelfs dat gebeurt in zeer beperkte mate. De pakkans voor hardrijders is 1 op 16.918. Eén automobilist krijgt een bekeuring, 16.917 anderen gaan vrijuit.’ Dit zou volgens haar tot normvervaging leiden en tot een onveilige wanorde op snelwegen.
De eerste spreekster van de tegenstanders gaf toe dat er inderdaad iets mis is op de snelwegen. ‘Maar’, betoogde ze, ‘die misstanden worden niet veroorzaakt door de onredelijkheid of zinloosheid van de huidige limiet. De werkelijke oorzaak van de massale overtreding is de nalatigheid van de politie om streng op te treden, en niet te vergeten de houding van politici, die luidkeels roepen dat de huidige limiet te laag is. Geen wonder dat automobilisten zich dan vrij voelen om te hard te rijden.’