koppelteken weg: Sovjetunie, Nieuw-zeeland, Noordkorea, Zuidjemen, Saudiarabië, enz. Uit kringen van taalkundigen is ons sinds 1980 geen kritiek op deze lijst ter ore gekomen, tot het moment dat het ANP haar goeddeels overnam.
In zijn keuze van de schrijfwijze van landennamen bevindt het ANP zich trouwens toch in goed gezelschap. De nieuwe Bosatlas, de 50ste druk, baseert zich, evenals het ANP, op de reeds genoemde CBAN-lijst: Filipijnen, Honolulu, Manila, Uganda, Tokyo, Sudan, Beijing, Dhaka zijn daarvan de weerslag. Bos brengt ook enkele uitzonderingen aan op de CBAN-lijst. Slechts in de keuze van deze uitzonderingen zit het verschil met het ANP. Dat Bos in zijn jongste uitgave zorgvuldig heeft gekozen voor een ‘simpele en herkenbare’ schrijfwijze, zoals tijdens de recente presentatie van de nieuwe druk in de richting van het ANP werd gezegd, valt niet uit de atlas af te leiden. Soul (voor de hoofdstad van Zuidkorea), Beijing, La Habaña (voor Havana), Sur en Saida (voor Tyrus en Sidon) zijn enkele voorbeelden uit de nieuwe Bos die de stellingname van herkenbaarheid lijken te weerspreken. De keuze van Aceh (voor Atjeh) sluit geheel aan bij die van het ANP.
Het ANP heeft inmiddels over de spellingproblematiek contact gelegd met de Nederlandse Taalunie, het spellinginstituut bij uitstek op het Nederlandse-taalgebied. De Taalunie streeft niet naar wetgeving, die voor taal als een levend geheel te star is, maar naar zogenaamde normbladen, ook voor het onderdeel van de buitenlandse namen.
Vastgesteld is dat de Taalunie niet op korte termijn toekomt aan een normblad voor de schrijfwijze van buitenlandse namen. De verschillen tussen de normen die dit instituut gaat hanteren en die van het ANP zijn veelal klein, met uitzondering van enkele namen die België betreffen. Het ANP vertrouwt erop dat op afzienbare termijn met de Taalunie over de spelling van buitenlandse aardrijkskundige namen overeenstemming wordt bereikt.