Vergelijk: de haar-ziekte
Naar het mij voorkomt, is er ongetwijfeld sprake van een verandering in het taalgebruik aangaande het verschijnsel dat Charivarius ooit de haarziekte noemde: zowel m-woorden als het-woorden worden door de spraakmakende gemeente vrij algemeen gezien als ‘vrouwelijk’, indien met deze woorden een collectiviteit of een institutie wordt aangeduid, soms ook als het abstracta betreft. Dientengevolge wordt er met zij (of ze) en haar naar verwezen:
- | ... zou ons land een meer vooraanstaande positie in de wereld moeten innemen dan ze nu doet. |
- | Het instituut (...) heeft haar ledental uitgebreid ... |
- | ... omdat de gemeenteraad in haar besluitvorming ... |
Het gebeurt nogal eens dat schrijvers (bijv. notulisten) sterke weerstand hebben tegen verandering van zij en haar in hij, het, hem en zijn, waar dat volgens de traditionele regels zou behoren te geschieden. Zo vindt men ‘De Staat en zijn onderdanen’ vreemd klinken.
Er is wel eens geopperd dat het ‘haar-’ gebruik een gevolg zou zijn van de omstandigheid dat zovele instituties met v-woorden benoemd worden. Deze verklaring lijkt me te simpel en bevredigt mij daarom niet. Wordt eigenlijk naar deze en soortgelijke ontwikkelingen van het taalgebruik systematisch onderzoek gedaan?