Toevoeging en aanpassing
Terugblikkend kunnen we het wel betreuren dat degene die agressie in het Nederlands introduceerde, niet meteen corrigerend opgetreden is door de Latijnse schrijfwijze te gebruiken. Dat is bijvoorbeeld bij aggregaat wel gebeurd, al hadden de Fransen ook dat al eeuwenlang beschikbaar met enkele g. Dat de Fransen in een leenwoord ook wel eens een letter toevoegden, blijkt uit affaler, dat ze in 1610 van ons afhalen maakten.
Zoals de heer Van Dijk al opmerkte, blijft het voorvoegsel ad- intact (additie, advies, advertentie, advocaat, adhesie, adstructie, enz.) òf past het zich aan aan de onmiddellijk volgende medeklinker (acclamatie, affront, agglutinatie, akkoord, alliage, ammunitie, annonceren, applaus, arriveren, assimilatie, attenderen, enz.).
Dit ‘aanpassingsproces’ ging soms zover dat de d samensmolt, zoals in agressie. Van Dijks vermoeden dat dit woord een unicum zou zijn, is onjuist; hetzelfde overkwam immers de d in bijvoorbeeld: abonneren, adres, alinea, amortisatie, apart, aperceptie, ascensie, aspirant, aval en avontuur.
In een tijd waarin de a in open eerste lettergreep (tabak, banaan, nationaal e.d.) steeds minder als de klinker van ‘kaas’ en meer als die van ‘kas’ gaat luiden, dienen we voorzichtig te zijn bij de beoordeling van dergelijke leenwoorden. Het begin van een woord als amanuensis is nagenoeg eensluidend met dat van ammunitie; in het eerste woord heeft echter nooit een d gestaan. Zo hebben we meer woorden die de indruk wekken hun d te hebben aangepast, hoewel ze er nooit een gehad hebben: annalen, ammoniak, alloniem, akkad, agger, assatie, attila.
Het verdwijnen van de slotmedeklinker van een voorvoegsel is trouwens niet zo'n zeldzaam verschijnsel. In enkele woorden met trans- ontbreekt ook de s daarvan: transpireren, transcriptie, transept, transcedent. In comité missen we de m, die zich gehandhaaft heeft in gecommitteerde.