Juist wel of juist niet
- cc/kk Behalve in het officiële akkoord heeft de kk nog niet veel aanhang gekregen (soms in akku, akkommodatie).
- cc/ks Er is een groeiende voorkeur voor sukses in plaats van succes, maar verder zijn er nog weinig opvallende voorbeelden.
- ch/sj Chic (soms chique) en sjiek vechten om de eer.
- ct/ks Aksiegroep heeft nogal ingang gevonden, maar wegens het soms radicale optreden van deze groepen heeft ook de spelling met ks niet ieders sympathie verworven.
- isch/ies (praktisch/prakties) Deze vereenvoudiging (spelling-Kollewijn) zat (volgens herinnering) oorspronkelijk wel in het pakket voor de Spelling- 1954, maar is ten slotte in de eindfase niet aangenomen. De spelling -ies, hoewel niet ‘toegelaten’ duikt de laatste jaren weer hier en daar op.
- qu/kw Hoewel al vroeger de qu in de meeste gevallen was veranderd in kw, is dit niet gebeurd in frequent, hoewel dit woord toch wel frequent wordt gebruikt. In de praktijk komt thans frekwent frequenter voor dan frequent.
Opmerkelijk is de (gedeeltelijke) terugkeer van kwarts naar quartz, hoewel het essentiële onderdeel van de betreffende uurwerken gewoon kwarts is. Hier kan als verklaring worden aangevoerd dat handleidingen in het Engels niet altijd door deskundigen worden vertaald, ofwel dat men er een reclame-element in ziet.
- s/z De toegelaten spelling organizeren voor organiseren heeft slechts weinig of geen ingang gevonden. Dit is het enige geval dat het Engels ons voor is in de spelling (to organize is officieel, maar men leest toch nog niet zelden to organise).
- sh/sj Op zichzelf staande voorbeelden, zoals sjaal naast shawl. Vergelijk ook sjiek naast chic (zie boven).
- th/t Toegelaten spellingen zijn tee, teater, teorie, enz. Waarom deze geen ingang gevonden hebben, is niet duidelijk. Het zijn toch frequent gebruikte woorden. Andere talen (Italiaans, Spaans, Scandinavische talen) hebben de h wèl afgeschaft. Zelfs in het Engels en het Duits is er een voorbeeld (tea, Tee). De h in thee lokt soms uit tot opzettelijk duidelijk uitspreken (‘spellinguitspraak’).
De schrijver heeft getracht de situatie zo objectief mogelijk te beschrijven. Hij baseert zich op eigen waarnemingen, niet op objectieve tellingen, en het is dus mogelijk dat anderen tot andere conclusies komen. Uit het beperkte aantal voorbeelden mag echter. wel duidelijk zijn dat de niet-officiële spelling terrein wint.
Aanpassingen zullen er dan ook zeker moeten komen. Hoever men daarbij kan gaan, is een uiterst moeilijke vraag, zoals ook blijkt uit de vele onderzoeken en enquêtes die er al zijn verricht, en waarvoor ik verwijs naar de Voorzetten van de Nederlandse Taalunie. De resultaten van deze onderzoeken zullen zonder twijfel een belangrijke rol spelen bij de toekomstige keuze, maar de ontwikkelingen in de praktijk mogen niet worden vergeten. Het zou te betreuren zijn als verdere mogelijkheden tot vereenvoudiging niet zouden worden benut.