De kortste route
Hun uitgangspunt is een veel voorkomende situatie: iemand wil nagaan of een bepaalde overheidsregeling op hemzelf van toepassing is, wat de consequenties van die regeling zijn en wat hij precies moet doen. Om deze vragen te beantwoorden heeft hij voorlichtingsmateriaal tot zijn beschikking (formulier, brochure, folder). Hij moet nu twee soorten problemen oplossen: identificatieproblemen (is regeling x wel of niet van toepassing op mijn geval?) en constructieproblemen (hoeveel bedraagt mijn inkomen, belastingaanslag, subsidie?). Het gaat Jansen en Steehouder om de eerste categorie en zij stellen daarbij de vraag: Hoe kunnen instructies zo geordend worden dat zoveel mogelijk mensen via zo weinig mogelijk vragen (met zo min mogelijk inspanning) bij het juiste antwoord belanden?
Het antwoord op deze vraag wordt gegeven in de vorm van een procedure die een voorlichter of tekstschrijver kan gebruiken om tot een optimale instructieve tekst te komen. Allereerst moet een dergelijke schrijver de vragen selecteren die voor zijn probleem essentieel zijn. Wanneer bijvoorbeeld bij een subsidieregeling voor gehuwden een andere uitkomst geldt dan voor ongehuwden, dan is de vraag ‘Bent u gehuwd?’ essentieel. Een essentiële vraag is dus een vraag waarbij de ‘route’ door het instructieformulier zich vertakt.
Alle essentiële vragen kunnen (althans bij identificatieproblemen) met ja ( + ) of nee (-) beantwoord worden. Dit levert een groot aantal mogelijke combinaties van positieve en negatieve antwoorden op: bij twee vragen vier combinaties (+ +, + -, - +, - -), bij vier vragen zijn het er al zestien. Gelukkig zijn niet alle combinaties even relevant. Wanneer bijvoorbeeld de combinaties + + en + - tot dezelfde uitkomst leiden, kunnen deze teruggebracht worden tot het kenmerk + (bevestigend antwoord op de eerste vraag), dat rechtstreeks naar de desbetreffende uitkomst kan verwijzen. De tabel van mogelijke combinaties kan dus teruggebracht worden tot een tabel van relevante combinaties.
Een voorbeeld. Stel dat een regeling teruggebracht kan worden tot de volgende essentiële vragen:
A. Bent u gehuwd?
B. Woont u samen met een of meer kinderen?
C. Hebt u een huisgenoot?
D. Hebt u een inkomen van f 35.000,- of meer?
dan zou de tabel van mogelijke combinaties er als volgt uit kunnen zien:
|
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
7 |
8 |
9 |
10 |
11 |
12 |
13 |
14 |
15 |
16 |
A |
+ |
+ |
+ |
+ |
+ |
+ |
+ |
+ |
- |
- |
- |
- |
- |
- |
- |
- |
B |
+ |
+ |
+ |
+ |
- |
- |
- |
- |
+ |
+ |
+ |
+ |
- |
- |
- |
- |
C |
+ |
+ |
- |
- |
+ |
+ |
- |
- |
+ |
+ |
- |
- |
+ |
+ |
- |
- |
D |
+ |
- |
+ |
- |
+ |
- |
+ |
- |
+ |
- |
+ |
- |
+ |
- |
+ |
- |
|
P |
P |
P |
P |
R |
R |
R |
R |
Q |
Q |
R |
R |
S |
T |
S |
T |