ParlemenTaal
C.A. van Beurden en L.J.M. Rutten, parlementsstenografen
Hovaardij?
In de vorige aflevering van ParlemenTaal stond: ‘in de Handelingen is het fractiestandpunt ongetwijfeld duidelijker weergegeven’. Het wekt de indruk dat de parlementsstenografen naast hun schoenen lopen van verwaandheid. Wie de onderlinge discussies zou kunnen aanhoren over de vraag of men bij het fatsoeneren van de spreektaal misschien te ver is gegaan en welke normen moeten worden aangelegd bij het omzetten van gesproken woord in geschreven taal, zou weten dat dit gelukkig niet het geval is, en ook dat de stenografen wel sterke benen moeten hebben. Het volgende stukje letterlijke tekst en de erop volgende gereviseerde versie ervan, zoals die in de Handelingen is afgedrukt, mogen dat duidelijk maken. Het gaat over de Begrotingstoelichting interdepartementaal welzijnsbeleid 1986 (BIW).
‘Dan vraag ik me af - en ik heb het er al even over gehad, maar de minister sprak nog uitdrukkelijk over dat hij inderdaad individualisering en emancipatie als twee verschillende, nou, ik zal maar zeggen grootheden zag, maar in een aantal gevallen elkaar versterkend. Ik denk dat het inderdaad wat dat betreft, nou, ook in verband met eventuele veranderingen in de vraag naar voorzieningen, verstandig is om dat op te nemen in een komend BIW, als dat zou kunnen. Ik weet niet of dat in tijd gezien zou kunnen, en dat zou dan ook niet per se met een heel uitgewerkt regeringsstandpunt bij het rapport “Binding in vrijheid” hoeven, maar ik denk wel dat het een onderwerp is wat bij het komend BIW wat nader uitgewerkt moet worden bij wat nu is.
En dan met betrekking tot de decentralisatie, en ik zal mijn best doen mij niet boos te maken over de opmerkingen die de minister ten aanzien van de bibliotheken heeft gemaakt, want ik denk dat ik het verkeerd begrepen heb. Zo ver moet ik dan maar even mijn vertrouwen uitspreken. Maar er staat in het BIW op pagina 63 een interessante passage over decentralisatie. En juist in verband met wat de minister daarover net gezegd heeft, over de bibliotheken, zou ik hem die nog eens voor willen houden. Daar staat, bovenaan, een beetje, niet helemaal bovenaan: “In concrete gevallen zal steeds opnieuw het streven naar decentralisatie worden afgewogen tegen de eventuele noodzaak van centrale sturing, bij voorbeeld om financiële redenen, of met het oog op de handhaving van niet op een andere wijze te waarborgen kwaliteitseisen.” En ik heb het idee dat de discussie daar even over ging. Juist het feit dat ik een beetje bekend ben met, zowel - maar het gaat dan ook in dit geval om het openbare-bibliotheekwezen, is het natuurlijk wat de informatheek betreft - en ik meende dat eigenlijk ook uit de woorden van de minister op te mogen merken - zal het ontzettend moeilijk worden om op plaatselijk niveau - en dan praat ik maar even niet over de hele problematiek van verhoging van de eigen bijdrage, van wel of niet gratis lezen door jongeren en dergelijke, maar puur en alleen om de informatietaak van de openbare bibliotheken op peil te houden - dan denk ik toch dat de minister wat dat betreft niet helemaal uitkomt als er geen enkele centrale sturing, al is het maar in voorwaarden, in een plan neerlegt, zou willen geven bij die welzijnswet. U weet dat mijn fractie wat dat betreft in het voorlopig verslag bij de welzijnswet een aantal vragen heeft gesteld. Dus het is niet zo dat ik nu zeg van “O, dat betekent dus dat het allemaal helemaal niet zo door moet gaan”, maar ik ben wel even heel argwanend als de minister erover spreekt over de manier zoals
hij dat net deed.’