Een eeuw Nederlands
Redactie Onze Taal
De vereniging van leraren in levende talen bestaat 75 jaar. Dat is de aanleiding voor een dik themanummer, waarin liefhebbers van Onze Taal veel van hun gading kunnen vinden.* In die vereniging neemt Nederlands natuurlijk tussen Italiaans en Russisch een aparte plaats in, wat vroeger mooi tot uiting kwam in de term ‘moedertaal’. De meeste sprekers hebben er een bijzondere band mee. Ze beschouwen die taal als iets van henzelf. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de emotionele toon waarop slecht taalgebruik aan de kaak gesteld wordt. Voor dat slechte taalgebruik wordt maar heel zelden moeder verantwoordelijk gesteld.
Veel vaker de leraar Nederlands. Deze stakker verkeert ten opzichte van zijn collega's in een even ongemakkelijke positie als de meteoroloog ten opzichte van andere wetenschappen. Een verkeerde weersvoorspelling blijkt de volgende dag al uit een nat pak. Het duurt nauwelijks langer voordat de gevolgen van mislukt stelonderwijs den volke duidelijk worden.
Al mag het vak Nederlands geen moedertaal meer genoemd worden (te veel kinderen hebben immers een anderstalige moeder), toch kunnen we uit het bestaan van de twee termen afleiden dat er twee kanten aan het vak zitten: omdat we allemaal een verschillende moeder gehad hebben, zit onze taal ook verschillend in elkaar. Niemand kan die variatie helemaal wegsnoeien; die vormt voor een grote groep leraren juist de aardigheid van hun vak. Zij zien zich als het verlengstuk van moeder en willen de individuele zeggingskracht van de leerlingen versterken. Andere leraren willen hun leerlingen binnenleiden in het gebruik van de standaardtaal. Zij leggen de nadruk op de kennismaking met en oefening in de diverse conventies van het algemene Nederlands.
Het aardige van de artikelen van Geel en Van de Ven uit het themanummer is, dat ze precies duidelijk maken hoe deze twee stromingen elkaar als eb en vloed hebben afgewisseld. R. Geels De opvoeders van Jan Alleman, Jan Rap en Jantje Goddome geeft een beknopte geschiedenis van het stelonderwijs vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw. Toen vormde leren schrijven nog een onderdeel van de retorica. De scholie-