Vertaalverschillen
Op den duur was enige uniformiteit gewenst. Daarvoor dient al zo'n 180 jaar de schaal, genoemd naar de Engelse admiraal Beaufort. Deze kent achtereenvolgens flauwe, lichte en matige koelte, frisse en stijve bries, harde wind, storm, zware en zeer zware storm, en ten slotte orkaan. Het is duidelijk, dat noch onze ‘omgangstaal’ noch ons literaire proza, laat staan onze poëzie, genoeg heeft aan deze schaal, willen wij het persoonlijk gevoelde kenbaar maken.
Maar ook bij hantering van deze schaal - al of niet bewust - kan de keuze nog verschillend zijn. Een aardig voorbeeld biedt de vertaling van een bekende plaats uit het Oude Testament, waarin de verscheidenheid van windkrachten een bijzonder accent krijgt: I Kon. 19 vs. 12. De profeet Elia heeft, weggevlucht voor koningin Izebel na zijn bloedige overwinning op haar Baälspriesters op de Karmel, in de woestijn de mystieke ervaring van Gods presentie: niet in de storm, niet in de daaropvolgende aardbeving, ook niet in het vuur (ook wel vertaald als de bliksem), maar - ten slotte - in... ja, waarin? Het antwoord op deze vraag ligt in het Hebreeuwse woord demamah, in het Frans als het ware weerkaatst in murmure. De Nederlandse vertalingen variëren van ‘suizen van een zachte stilte’ (Statenvertaling, Leidse Vertaling) tot ‘suizen van een zachte koelte’ (Ned. Bijbelgenootschap).
De Canisiusvertaling en de Groot-Nieuws-vertaling hebben gekozen voor ‘een zachte bries’. Ik ontdekte dit doordat de bekende journaliste Emmy van Overeem een boekje van haar hand in navolging daarvan de titel Niet in de zachte bries gegeven heeft. Zij doelt daarmee op de jaren die zij in een klooster heeft doorgebracht, ver dus van de luidruchtigheid van de stad waarin zij zich toch beter op haar plaats voelde. Een mooi gevonden titel, waarin wij dus een variant horen op de ‘frisse’ respectievelijk ‘stijve’ bries van Beaufort.