De toren van Babel
Wie zoekt welke woorden, waar, wanneer en waarom? (2)
H. Heestermans
Ik kreeg veel reacties 36) op mijn oproep in Onze Taal van april 1986. Uit alle brieven blijkt de liefde voor het woord. ‘Ik heb het woordenboek stukgelezen.’ ‘Als ik erin begin, blijf ik doorlezen, soms vergeet ik welk woord ik eigenlijk wilde opzoeken.’ ‘Mijn technische huisgenoten lezen zelden een boek maar zitten wel vaak geamuseerd in het woordenboek te bladeren: “Hé, mam, weet jij wat wrensen is?”’
Van de algemene, eentalige (Nederlandse) woordenboeken zijn de Grote Van Dale (48%) en Koenen (40%) het meest in trek. Ik kom hieronder nog terug op wat daarin wordt opgezocht.
Een kwart van de inzenders heeft het Groene Boekje en gebruikt dat, omdat de (voorkeur)spelling en het geslacht van de woorden gemakkelijker daarin is te vinden dan in een groot woordenboek. Een even groot aantal bezit een spreekwoordenboek en 20 procent een vreemdewoordenboek. Veel belangstelling is er ook voor onze nieuwe woorden (30% heeft Reinsma's Signalement; ik wijs er hier, wellicht ten overvloede, op dat Maarten van Nierop drie aardige boekjes heeft geschreven over neologismen) en voor de herkomst van woorden (20% beschikt over een etymologisch woordenboek).
In één op de tien gezinnen is ook een vak- of groepstaalwoordenboek te vinden (een Bijbels, Mythologisch, Erotisch, Bargoens of Psychologisch Woordenboek).
Iedereen bezit enige tweetalige woordenboeken, meestal Latijn, Frans, Duits, Engels, maar ook Spaans en Russisch. Eén op de tien heeft een eentalig woordenboek van een vreemde taal: de Concise Oxford English Dictionary of de Petit Robert.
Over dat laatste woordenboek is iedereen zeer tevreden, want het bevat juist datgene wat de meesten vaak zoeken, maar te weinig vinden in de Nederlandse woordenboeken. Allereerst: de synoniemen (38%). ‘Een te frequent gebruik van een woord in een brief of een en hetzelfde artikel, kan irriterend werken en staat onfraai.’
Achttien procent gebruikt het mooie, maar verouderde systematische woordenboek van Brouwers (Het Juiste Woord) en één inzendster het puzzelwoordenboek om passende synoniemen op te sporen. Vervolgens betreuren veel inzenders het ontbreken van de etymologie in onze Nederlandse woordenboeken. Men acht de bestaande etymologische woordenboeken te moeilijk (Indogermaanse wortels, Sanskrit e.d.) of te onvolledig, want de herkomst van saffie, oen en ukkie staan daar niet in.