Bezuiden de Bezuidenhout
Riemer Reinsma
In november 1985 schreef ik over de familienaam Bazuin, Bezoen, Bezuijen en consorten. Ik vermeldde dat de variant Bezoen teruggaat op de Drentse dialectvorm Bezoeden. Op dat stukje zijn een paar reacties gekomen.
W. Molema (Santpoort) vindt mijn uitleg te gezocht, en suggereert een andere. Het woord ‘bezuiden’ luidt in het Drents niet ‘bezoeden’ maar ‘bezuden’. Dat is waar. Maar... de hedendaagse vorm met u-klank is in Drente niet de oudste vorm. Lang geleden is de u-klank aldaar als ‘umlaut’ ontstaan uit de oe.
De heer Molema heeft echter nog een andere pijl op zijn boog. In het dialect van Winschoten bestaat er een woord ‘bezoen’ met de betekenis ‘boezeroen’. Jan-met-de-pet heet daar Jan Bezoen. ‘Het is heel goed mogelijk’, schrijft de heer Molema, ‘dat Jan Bezoen door de ambtenaar als Jan Bazuin werd ingeschreven. De Groningse oe-klank wordt in het Nederlands meestal ui’, en hij wijst op de woordparen hoes/huis, toen/tuin en dergelijke. Toch ben ik niet overtuigd. Winschoten is tenslotte Drente niet, en ik denk dat genealogisch onderzoek onontbeerlijk is om Molema's hypothese te toetsen.
Ik had in dat zelfde stukje verteld, dat er vroeger naast Bezuiden(-) ook namen met Beoosten(-) zijn geweest, en gaf als voorbeeld de inmiddels uitgestorven naam Boosterhee (Beoosten de Ee). De heer N. de Vries te Bussum meldt, dat in het gebied Rijnmond/Delft de naam Booster voorkomt. De Vries betwijfelt echter sterk of Booster wel iets te maken heeft met de windrichting-aanduiding Beoosten, en zoekt liever verband met het Engelse woord ‘boaster’. Daar kan ik geen zinnig woord op zeggen. Ook hier is genealogisch onderzoek noodzakelijk. Pas dan kan blijken of er indertijd een Engelse familie Boaster in het Rijnmondgebied is geïmmigreerd.
Verder had ik in mijn artikel geschreven dat Bezuiden een afgesleten versie moest zijn van een naam als Bezuidenhout, en ik sprak er mijn verbazing over uit dat er, althans in Den Haag, geen dragers van de naam Bezuidenhout wonen. Mr. A.F. Schepel te Voorburg bevestigt deze waarneming en meldt dat er ook in vorige eeuwen geen Bezuidenhouts in Den Haag hebben gewoond: de naam komt niet voor in de Haagse doop- en trouwboeken. Wel vond Schepel er de naam Bezuijen, en zelfs een Bezuijen die afkomstig was het het dorp Noorden! Mevrouw De Vries (Kultuurhistoriese Instituut, Universiteit van Pretoria) wijst mij erop dat de naam Bezuidenhout in Zuid-Afrika bijzonder veel voorkomt. Het telefoonboek van Pretoria alleen al vermeldt er vele tientallen. De Zuidafrikaanse Bezuidenhouts stammen af van een zekere Wynand Leenderts Bezuidenhout, afkomstig uit Holland; van hem is bekend dat hij in 1668 in het huwelijk trad.
Zo heeft de geschiedenis mij onverhoeds alsnog gelijk gegeven. Mijn vermoeden dat er mensen met de naam Bezuidenhout bestaan, is bewaarheid - al wonen ze dan niet op de plaats die ik het meest waarschijnlijk achtte. Het mooiste is nog dat deze Zuidafrikaanse Bezuidenhouts hun naam volledig eer aandoen: zij wonen ten zuiden van een reusachtige ‘hout’: het tropische oerwoud van Afrika.