ParlemenTaal
C. A. van Beurden en L.J.M. Rutten, parlementsstenografen
Dat is 't quadruppel, die d'emmer: de welzijnstaal
Aan dit Sapeurloots - wartaal van de Belg Bourdet, begonnen als grap en eindigend als een theatersucces - moesten wij denken toen wij onderstaande stukjes, voorkomend in een departementaal stuk aan de Tweede Kamer, lazen. Hierin is sprake van warrig jargon van het zuiverste soort. Geen mens zal snappen waarover het gaat. Hier volgt het eerste stukje.
‘In de reacties wordt een aantal vragen opgeworpen met betrekking tot de scala-voorzieningen en de piramidevoorzieningen. In tegenstelling tot de piramidevoorzieningen vormen de scala-voorzieningen, zoals omschreven in de rapporten, naar onze opvattingen een integrerend onderdeel van de hoogvlakte. Voor wat betreft de piramidevoorzieningen wordt in interdepartementaal verband gewerkt aan nadere voorstellen. De vragen ten aanzien van laatstgenoemde voorzieningen zullen dan ook eerst in een later stadium kunnen worden beantwoord.’
De aandachtige lezer zal de vraag stellen, van welk departement zoiets afkomstig is. Ruimtelijke ordening (hoogvlakte)? Ontwikkelingssamenwerking (piramidevoorzieningen)? Het antwoord op deze puzzel is: WVC (jeugdhulpverlening), de zogenaamde taal van het welzijnsveld. Afgezien van de lachwekkende begrippen die erin voorkomen, is er weer die diarree van stoplappen, waaraan in de ambtelijke en politieke taal maar geen einde komt. Er worden weer vragen opgeworpen met betrekking tot iets, ten aanzien van iets. Waarom worden er toch gewoon geen vragen óver iets gesteld?
Nog een succesnummer van WVC: ‘Daarmee kan de feitelijke samenhang en harmonisatie van de betrokken voorzieningen tevens effectief worden vanuit landelijk beleidsoogpunt. Het doen realiseren van de - feitelijk aanwezige - samenhang tussen ambulant en (semi-)residentieel, de versterking van de ambulante en (semi-)residentiële zorg, en de herspreiding van (semi-)residentiële voorzieningen voor jeugdigen vanuit drie verschillende plannings- en financieringsregimes, vroeg om een verdergaande beslissing dan louter een voornemen ermee voort te gaan de afstemming te bevorderen.’
Afgezien van de taalkundige fouten die erin voorkomen - onder meer het niet overeenstemmen van werkwoordsvorm en onderwerp - en de moeilijk leesbare (rijg)stijl, kan ook hier weer gesproken worden over ademocratische taal, slechts voor weinigen bestemd. Opvallend is verder de weidse wauwelstijl: feitelijke samenhang, landelijk beleidsoogpunt, het doen realiseren, feitelijk aanwezige.
Meer dan 40 jaar geleden schreef Charivarius:
‘De schrijver perst zijn tussenzinnen in een tussenzin, en dan nog weer een tussenzin daar tussen in.
De arme lezer, met de handen in het haar, zegt onder de lectuur aan 't einde van zo'n zin:
Het slot begrijp ik, maar hoe was ook weer het begin?
Zo wijkt het hersenwerk naar de verkeerde kant,
want het geheugen zwoegt, in plaats van het verstand.’
Zijn woorden zijn nog steeds actueel!