Een On-woord: Stotter-In
Robert-Henk Zuidinga
In de mode kun je er donder op zeggen dat alles ooit weer terugkomt. Dit jaar gaf bijvoorbeeld een heropleving van de minimode te zien. De maxi-jas, het tuniekpak en het badpak voor heren zullen zich vast ook wel weer eens aandienen.
In de taal is dat geheel tegengesteld. Is een woord of uitdrukking - beregoed, kolenboer, tractement - eenmaal door de tijd achterhaald, dan is de kans op een come back meestal zeer klein. Daardoor vallen de uitzonderingen des te sterker op.
In de jaren zestig was het mode combinaties met -in te maken. De bekendste waren teach-in en talk-in, namen voor openbare debatbijeenkomsten waarop iedereen, al dan niet gehinderd door kennis van zaken, het woord kon voeren. Andere voorbeelden zijn de sit-in - een demonstratie waarbij allen uit protest op rijweg, landingsbaan of vergadervloer zaten - en de love-in - universeel geknuffel op de flower-power-golven - en er was in die tijd geen parochiehuis of kerkzaaltje waar tegen het eind van het jaar niet een kerst-in werd gehouden.
De meeste van die woorden hebben de jaren zeventig niet eens gehaald, en de produktiviteit van het achtervoegsel al helemaal niet. Tòt er, in 1985, een bijeenkomst voor stotteraars werd georganiseerd en iemand bedacht dat het wel extra bezoekers zou trekken als dat gepresenteerd werd als een ‘Stotter-In’. Dat is een hoogst ongelukkig gekozen naam. Niet alleen subjectief - ik vind het oubollig, flauw en een schoolvoorbeeld van de borreltafelvondst - maar ook objectief. En dat niet alleen omdat afleidingen met -in al zo'n 15 jaar uit zijn, maar ook - en vooral - omdat de vlag niet de lading dekt. Blijkens de aankondiging wordt er ‘informatie gegeven over de verschillende aspecten van het stotteren, over speciale therapieën en wordt er een voorlichtingsfilm vertoond onder de titel Om een lang verhaal kort te maken’. Met de vrije, open gedachtenuitwisseling van teach-in en talk-in heeft dat volgens mij niets te maken.
Er zit nog een heel praktisch bezwaar aan deze keuze. Hoe raak zal er op de desbetreffende dag in de buurt van het gebouw niet gevraagd zijn: ‘Weet u misschien waar de St..., de St..., de St...?’