Vragen met ‘wel’
Haar eerste voorbeeld betreft vragen die het woord wel bevatten, zoals Weet Pieter wel iets van taalwetenschap? Het woord wel, aldus HH, maakt dat deze vraag geen ja/nee-vraag meer is, maar een vraag waarin het antwoord al wordt gesuggereerd. Een ongelukkige karakteristiek, want de vraag is wel degelijk een zogenaamde ja/nee-vraag (dat wil zeggen: een vraag die niet begint met een vraagwoord als hoe of waarom). Dat er ‘een antwoord in gesuggereerd wordt’, zoals HH dat formuleert, kan op grond van dat ja/nee-karakter ook verklaard worden. Iemand die een dergelijke vraag stelt, wil namelijk weten of een bepaalde stand van zaken waarvan wordt aangenomen dat die bestaat, bijvoorbeeld dat Pieter iets van taalwetenschap weet, inderdáád het geval is.
De vraagsteller overweegt de mogelijkheid dat de aanname niet juist is, en door daar naar te vragen brengt hij zijn twijfel over op de toegesprokene, die zich nu ook nadrukkelijk af moet vragen of Pieter weinig of niets van taalwetenschap weet. Hierdoor ontstaat de suggestie, dat een antwoord in de vraag begrepen is. De vraag geeft, als alle ja/nee-vragen, aanleiding tot bevestigende of ontkennende antwoorden, en met die antwoorden wordt uiteraard gereageerd op de suggestie dat Pieter weinig van taalwetenschap weet.
HH geeft als voorbeelden precies, dat blijkt, jawel hoor en zeker wel. De laatste twee geven er blijk van dat de mening over Pieter niet gedeeld wordt. En de eerste twee? Als deze bedoeld zijn als instemmende reacties, is dat onjuist. Dat blijkt is een indirect, en daardoor wat onduidelijk antwoord, dat zowel positief als negatief uitgelegd kan worden, afhankelijk van de waardering die men heeft voor Pieters ideeën.
Precies is van een heel andere orde. Als men zo al reageert (ik vind dat nogal ongebruikelijk) dan wordt daarmee niet direct op de vraag gereageerd, maar door de vragensteller zelf commentaar gegeven op een onuitgesproken ontkennend antwoord. Dit wordt vooral duidelijk wanneer de vragen een onderwerp in de eerste of tweede persoon bevatten: men kan niet met precies antwoorden op Was ik wel goed te verstaan? of Heb jij je handen wel gewassen? Precies is een retorisch middel, dat we ook aantreffen bij retorische vragen als Maken wij niet allen fouten?... Precies! De stippeltjes geven aan dat er even gewacht wordt, alsof er een antwoord wordt verwerkt.
Bij wel-vragen kan precies alleen gebruikt worden als er een ontkennend antwoord wordt verwacht; is dat niet het geval, zoals bijvoorbeeld bij Zit je zo wel lekker? dan is precies niet op zijn plaats. Ik vind dat iemand die de CA ernstig neemt, zulke verschillende communicatieve middelen niet op één hoop mag gooien.