Niet minder dan
A. Rosbach - Berkel en Rodenrijs
Naar mijn mening maakt D. Hoogeveen uit Canada in zijn stuk in Onze Taal op blz. 89 een fout, door bevestigend te antwoorden op de vraag: Is niet minder dan: meer dan?
Bij vergelijking van twee getallen zijn er drie mogelijke uitkomsten:
- kleiner dan/minder dan.
- gelijk aan.
- groter dan/meer dan.
Gaat men daarbij één bepaalde uitkomst ontkennend maken, dan blijven daardoor de twee andere uitkomsten juist voldoen.
Als A niet groter is dan B, dan betekent dat dus: A is gelijk aan B, of A is kleiner dan B. Welk van de twee uitkomsten, wordt dus niet aangegeven.
Als A niet gelijk is aan B, dan is A kleiner dan B, of A is groter dan B.
Als A niet groter is dan B, dan is A gelijk aan B, of kleiner dan B.
Logisch gezien is de bewering niet minder dan staat gelijk aan groter dan onjuist. Het woordje niet wordt hier dus in een zuiver logische samenstelling gebruikt.
Het woord niet wordt ook gebruikt in vormen zoals in de verdere loop van het artikel van D. Hoogeveen zijn aangegeven. Daarbij wordt het gebruikt om nuanceringen aan te geven tussen de situatie die ontkend wordt met ‘niet’ en de harde vorm die bij de ontkennende vorm wordt genoemd. Ook wordt het wel gebruikt in enigszins denigrerende vormen: niet slecht kan ook wel bedoeld zijn als: voor jouw doen normaal.
Tot slot wil ik nog een paar voorbeelden geven in zinsvorm, waarbij er buiten de negatieve vorm geen positieve vorm bestaat:
- Dat is niet misselijk.
- Dat is geen kattepis.