Componeren
Nu is het wat flauw om over een ‘wybertje’ te vallen, want typografisch ziet het boek er zeker niet slecht uit. Het lettertype is klein maar goed leesbaar. Men is zo royaal geweest om ieder nieuw trefwoord op een nieuwe regel te beginnen, wat beslist comfortabel is en de kolommen voor het oog licht en uitnodigend maakt. Heel prettig is de gewoonte om de meest frequente betekenis van een woord voorop te zetten. Waaraan denkt u als u brommer ziet staan? Wel, die betekenis moet u in de Grote Van Dale zoeken tussen de hommels, de uitbranders en de tochtige koeien; in EnEn vindt u direct: 0.1 bromfiets.
De typografie illustreert het verschil met de Grote Van Dale, geen rechtstreekse familie maar wel een soort petemoei van de EnEn. Wie de Grote Van Dale doorbladert raakt onder de indruk van de omvang van De Nederlandse Taal; wie daarna deze EnEn bekijkt komt tot een andere ontdekking: ‘Hé, dat is mijn taal!’
Een woordenboek dat zo'n effect op de lezer heeft is knap gecomponeerd. Dat componeren heeft twee kanten: toevoegen en weglaten. Het laatste is het belangrijkste. Weggelaten is die hele menagerie van ouderwetse, dialectische en Vlaamse woorden. Weggelaten is ook een groot deel van de ontmoedigende hoeveelheid samenstellingen die de Grote Van Dale, getrouw aan zijn archieffunctie, opneemt. Er is heel veel dor hout gekapt. Is er ook iets bijgekomen? Vergeleken met Van Dale Elf maar heel weinig - niet verwonderlijk, want de Elfde wàs al sterk geactualiseerd. Na enig zoeken vond ik: breakdancing, clicket, linksdragend, prut (als culinaire term), softie.
Het zijn marginale verschillen. Daarbij is het de vraag of al die hypermoderne woorden wel zo belangrijk zijn voor de waarde van een dictionaire als naslagwerk. Ze staan in het brandpunt van de belangstelling (in de picture, zogezegd), maar ik vermoed dat zulke woorden meer worden opgezocht om te controleren of de samensteller wel uit z'n doppen heeft gekeken, dan om de betekenis ervan te achterhalen. Au fond is dat oneigenlijk gebruik van een woordenboek.