Turkse waren
2. Meestal wegens hun herkomst (soms zelfs ten onrechte) hebben in de loop der tijden talrijke benamingen het predikaat Turks(e) gekregen. Onder hetgeen er groeit en bloeit, zijn dat: Turks graan, Turks koren, Turkse haver, Turkse rogge, Turkse (boek)weit, Turkse erwten, Turkse wikke, Turkse boon, Turks gras, Turkse rabarber, Turkse komkommer, Turkse krenten, Turkse peper, Turkse melisse, Turks citroenkruid, Turkse bijvoet, Turkse oranjeappel, Turkse noot, Turkse vijg, Turkse kwets, Turkse hazelnoot, Turkse kers (grote turk), Turkse tabak, Turkse lelie, Turkse krullelie, Turkse muts, Turkse roos, Turkse tulp, Turkse korenbloem, Turkse ranonkel, Turkse doorn, Turkse drakekop, Turkse goudsbloem; onder de dieren: Turkse hond, Turkse aap, Turkse eend, Turkse gans, Turkse hoen, Turkse hen, Turkse haan, Turkse duif, Turkse tortel, Turkse boekvink, Turkse boomhakker, Turkse reiger, Turkse kalkoen, Turkse hagedis; bij de namen van stoffen e.d.: Turkse stof, Turks garen, Turks grein, Turks flanel, Turks fluweel, Turkse atlas, Turks kleed, Turks tafelkleed, Turks vloerkleed, Turks tapijt, Turkse tapisserie, Turkse broek, Turkse doek, Turkse kap, Turkse muts, Turkse tulband, Turkse toep(e); bij de kleuren en kleurstoffen: Turks rood, Turks blauw, Turks indigo, turksgeel, turkskleur;
bij de grondstoffen en produkten: Turkse aarde, Turkse aluin, Turks deeg, Turkse parel, Turks papier, Turks marmer, Turks leder, Turkse gom, Turkse omber, Turkse geraniumolie, Turkse (olie)steen, Turkse slijpsteen; bij bouwsels: Turkse driehoek, Turkse tent, Turkse schuit, Turkse schommel, Turkse wip;
bij muziekinstrumenten: Turkse beiaard, Turkse bekkens, Turkse bel, Turkse schel, Turkse boom, Turkse trom;
bij spijzen en dranken: Turks fruit, Turks suikergebak, Turks spek, Turkse koffie, Turkse thee, Turkse muts, Turkse toep(e);
verder nog: Turks bad, Turkse sappe, Turkse zit, Turks gebrek, Turks zadel, Turkse tafelschel, Turkse sabel, Turks hoefijzer, Turkse (water)pijp, Turkse knoop, Turks kopje.