Onze Taal. Jaargang 53
(1984)– [tijdschrift] Onze Taal– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 144]
| |
PCUdB■ Het Nederlands, damesenheren, heeft in tegenstelling tot de andere mij bekende talen de eigenschap dat meervoud en enkelvoud van zelfstandige naamwoorden althans in geschrifte onderscheiden zijn, en trouwens ook mondeling: velen schrijven typen, maar zeggen types, omdat ze anders type zouden zeggen, om maar eens wat te noemen. ■ Stop, dames en heren, voordat u de pen pakt en mij allerlei esoterische voorbeelden opstuurt waaruit het tegendeel zou moeten blijken: ik weet ook wel dat we twee jaar zeggen, en dat in de zin er zijn veel man op de been, man en been eigenlijk meervoudig zijn. Waar het mij om gaat is dat er altijd een normale meervoudsvorm is die zich van het enkelvoud grafisch en meestal ook fonemisch onderscheidt. ■ Dit in tegenstelling tot Frans, Duits, Engels, Italiaans, waar bij voorbeeld yeux, Jungen, sheep, città zowel enkelals meervoud kunnen zijn. ■ Waar we deze passie voor het onderscheid van getal aan te danken hebben, weet ik niet, maar het is in elk geval een voortreffelijke passie. ■ Hoezeer verdriet het mij dan ook dat we steeds vaker op vrachtauto's met meubeltransport het woord meubel lezen, terwijl daar meubelen of meubels of desnoods het collectivum meubilair had moeten staan. Zelfs de meubel-etalages zijn al besmet met deze vreemde ziekte: meubel in plaats van meubels. (Wat mij betreft, zou ik het liefste het meervoud meubèllen ingang doen vinden, maar dat komt gewoon doordat een Franse dame ten tijde van een verhuizing in de lage landen mij ooit verzekerde dat haar meubèllen nog op de mozzarkáát stonden). ■ Wordt wellicht het woord meubel in het enkelvoud zo weinig gebruikt dat de meervoudsuitgang overbodig is? Of hebben we hier met een grof germanisme te doen? ■ Hoe dan ook, ik vraag me af waar het meubeltransport zijn hersen heeft zitten. ■ J. Bruens uit Hintham meldt dat in een advertentie de woordgroep Een van Nederlands meest kompleetste kampings te vinden staat. De uitdrukking suggereert inderdaad iets over compleets, niet iets waar je direct voor je rust heen zult gaan. ■ Dezelfde lezer is ook ontstemd over de frequentie van het woord mond- op -mondreclame. Zeker hebben zij die die uitdrukking bezigen een EHBO-cursus gevolgd, merkt Bruens kwinkslaand op. Alles goed en wel, wat is er in deze contactarme tijden eigenlijk tegen mond- op mondreclame? ■ Nu ja, au fond heeft Bruens toch wel gelijk, aids oplopen omdat iemand je een ijskast aangepraat heeft, lijkt me ook niet alles. Meer gramschap. ■ Ir. Van Bruggen constateert dat er de laatste jaren weinig aandacht wordt besteed aan het feit dat niet in het minst dikwijls wordt gebruikt in de betekenis van niet het minst. ■ De scribent oppert een mogelijke verklaring voor het verschijnsel waarin het accent op niet respectievelijk minst een rol speelt - een verklaring waarvan de portee mij even ontgaat, hetgeen evenwel niet wegneemt dat ik J.P.v.B. zeer dankbaar ben: nu begrijp ik waarom sommige krante-artikelen voor mij zo onbegrijpelijk zijn, daar ik in mijn naïveteit niet in het minst altijd lees in de betekenis van in het geheel niet. ■ P. Lecluse uit Doesburg signaleert een opmerkelijk woord: in een postaal schrijven werd hem het bestaan onthuld van een zogeheten afdeling Goalkamer van het postkantoor, waarheen hij zijn strafport mocht overmaken. ■ Lecluse weet niet wat een Goalkamer is en ik evenmin: een echt raadsel, waar onze doelgroep zich maar even over moet buigen. ■ H.S.M. Verheij vraagt of er niet wat gedaan kan worden aan een effectieve bestrijding van de uitdrukkingen voor wat betreft en volgens mij. Wat het eerste betreft, mijnheer Verheij, ben ik het volledig met u eens, maar we hebben maar één been om op te staan, namelijk onze gemeenschappelijke afkeer van deze zegswijze: etymologisch èn grammatisch echter is voor wat betreft de correcte uitdrukking. Jammer, maar tizzwalstis. ■ Volgens mij ontvalt ons ook het tweede been, als we proberen volgens mij te bestrijden. ■ Ik bedoel: ik heb eens iemand horen beweren dat volgens hem twee maal twee vier was, en moest ik hem dan ongelijk geven? ■ Nog voordat het september-nummer uitkwam heeft Jan Blokker in de Volkskrant, telepathisch, mijn in dat nummer geuite noodkreet ter harte genomen: hij heeft garnaalvriendelijk aan ons lexicon toegevoegd. ■ Thans zwijg ik voorlopig weer in alle talen. |
|