Consequente ‘ie’ schept orde
Nu moeten we die ene ie-
klank dus op vier verschillende manieren weergeven (y-ij-i-ie) en juist die keuzemogelijkheden vormen het grote struikelblok in ons spellingsysteem. Ze maken foutloos schrijven naar de klank onmogelijk. Voor de k-klank hanteren we zelfs acht spellingen! Gelukkig is de schrijfwijze i of ie niet gekoppeld aan open of gesloten lettergrepen en naast ‘liegen’ is
‘Hoe was het ook weer? Het klinkt als luk, maar het moest anders geschreven worden.’
de tweede g in ‘liggen’ eigenlijk geheel overbodig, (vgl.: willen-wielen, kirren-kieren, lippen-liepen, wikken-wieken enz.). Het is zelfs vrijwel onmogelijk om die tweede medeklinker uit te spreken. Bovendien zijn we al gewend aan die enkelvoudige medeklinkers in: aard
ige, hav
iken, kiev
iten, monn
iken, grin
iken enz.
Het zou dus vrij snel wennen, als we dan ook maar ligen gaan schrijven in plaats van liggen, lipen in plaats van lippen, griniken i.p.v. grinniken enz. enz. Er komt nog meer orde op zaken, als we de spelling ‘ie’ consequent gaan doorvoeren, dus: fabriekant, etieket, biezonder, kielo, artiekel, famielie, enz., waardoor onze taal ook een meer eigen aanzien krijgt.
Er zijn trouwens al veel mensen die weigeren om nog langer de oude Duitse uitgang -isch te gebruiken en die dus ‘medies’ en ‘fantasties’ schrijven, al zal de Staats‘krant’ zich daar voorlopig nog niet aan bezondigen.
Het is veel beter om de ie niet te gebruiken in woorden als rooie, snoeien, aaien enz. Zeker alle elektronische voorleesapparatuur en ook veel woordblinde kinderen zullen daardoor een ie-klank laten horen, of zelfs in ‘snoeien’ een ij-klank overwegen door de -ei-. Dat bezwaar vervalt met de spelling roojen, aajen, snoejen enz. Ook broejkas en gloojing passen dan beter in deze stijl.