Onze Taal. Jaargang 53
(1984)– [tijdschrift] Onze Taal– Auteursrechtelijk beschermdVervolg blz. 120Voor terugbellen-2 uit de mond van een naar ABN strevende Groninger zou een dergelijk hypercorrect taalgedrag in elk geval een plausibele verklaring kunnen bieden. Een Groninger zegt ook, tegen iemand die hij graag nog es terug ziet komen: ‘Kom je nog es wéer?’, waar andere Nederlanders eerder (of uitsluitend?) terug gebruiken. In hoeverre ook buiten streken als Groningen de hypercorrectieverklaring opgaat kan ik door gebrek aan gegevens niet beoordelen. Of moet terugbellen-2 eenvoudig worden gezien als een gevolg van de hiervoor geconstateerde tendens om weer in zinnen als 2-5 te vervangen door terug en moet derhalve worden aangenomen dat deze neiging zich ook uitstrekt over het bijwoord weer ‘opnieuw’. Wordt weer bellen zo terug(-) bellen, ondanks de ‘homonymie’ met terugbellen-1? Zijn ervan deze ‘verwarring’ meer gevallen aan te wijzen? Of is terugkomen in een zin als 1 misschien zo'n geval?! Een derde mogelijkheid is natuurlijk nog dat terugbellen-2 Zuidnederlands is, maar aan belgicismen maakt een Noordoosterling zich zelden schuldig. Ik ben benieuwd of Onze Taal-lezers over ons terugbellen meer kunnen vertellen. In dat geval kom ik er misschien nog mee weerGa naar eindnoot3.Ga naar eindnoot1Ga naar eindnoot2 |
|