Taalcuriosa
Tellen
Jules Welling - Best
De vakken taal en rekenen werden op school vroeger gescheiden gehouden, hetgeen ik - later - altijd betreurd heb. De vermenging van beide disciplines kan immers tot amusante curiosa leiden.
In het spraakgebruik is een half volle fles gelijk aan een half lege fles, maar voor een exact ingesteld persoon gaat die vlieger niet op. Het ‘bewijs’ is de volgende som:
een half volle fles = een half lege fles
een half volle fles = een half lege fles +
een volle fles = een lege fles
Zelfs iedere verstokte alfa zal moeten toegeven, dat dat niet zo is.
Een soortgelijke ‘Vergissing’ doet zich voor bij de grootste helft, vaak verketterd als een onmogelijke constructie. Ten onrechte, althans in sommige gevallen. Het valt immers moeilijk vol te houden, dat de helft van een rijksdaalder niet groter is dan de helft van een dubbeltje. Het gaat er maar om wat je met elkaar vergelijkt.
Een afkorting als ca. 1 ca. ontleent zijn curiositeit eveneens aan de onzorgvuldigheid van de taal. Ter verduidelijking: zij staat voor ‘circa 1 centiare’.
Een aardig zijpad is ook EIOORIOOISIOOOE. Niet iedereen zal daarin het woord exorcisme herkennen. Het wordt pas duidelijk als voor de getallen, op de goede plaatsen letters ingevuld worden, zoals de oude Romeinen dat deden. Dus X = I0, C = IOO en M = I000.
De enige, die zowel in de taal- als in de rekenles opdraafde was Van Dale. In de taalles was hij de man van het woordenboek en in de rekenles vormde het zinnetje Meneer Van Dale Wacht Op Antwoord het ezelsbruggetje voor het voorrangslijstje van de verschillende handelingen (Machtsverheffen, Vermenigvuldigen, Delen, Worteltrekken, Optellen, Aftrekken). Of het steeds over dezelfde meneer uit S5OUIS ging is mij nog steeds niet geheel duidelijk.