Afscheid van Het Rijmschap
(Overgenomen uit ‘De Job's Tijding, Nieuwsblad voor Dodewaard en omgeving’)
Die ene, anonieme zondagsdichter wist afgelopen zaterdag plotseling aller oren op zich te vestigen. Hij sprong op een tafel en droeg tot verbazing van de bomvolle zaal uit het blote hoofd een (zelfgemaakt?) gedicht voor:
Rust nu maar uit, u heeft uw strijd
U heeft het als moedige Rijmschappers
Wie kan begrijpen, wat u heeft geleden?
En wie kan voelen, wat u heeft
Een warm applaus viel de moedige feestganger ten deel. Het spektakel was begonnen.
Eergisteren namen H.H. Polzer (Drs. P) en I. de Wijs (Ivo de Wijs) afscheid van het maandblad Onze Taal. De twee zo bescheiden, alle publiciteit schuwende columnisten hadden oorspronkelijk voorgesteld hun jarenlange medewerking in stilte te beëindigen, maar Het Genootschap Onze Taal wilde deze stille trom pertinent niet horen. Binnen de rijkversierde muren van café-restaurant ‘In den Ouden Reactor’ te Dodewaard had Het Genootschap daarom een feestavond belegd die swingde als een klok. De twee vertrekkende Rijmschappers vormden een glunderend middelpunt en genoten met volle teugen van de talrijke verversingen. De avond begon met een muzikaal intermezzo. Het Dodewaards meisjeskoor ‘Pink War’ zong een speciaal voor deze gelegenheid door hun dirigent (G.W. Steketee Ezn.) berijmd gezang:
Wij betreuren deze droeve stap
Van het door ons bemind Rijmschap
De niet geheel onberispelijke behandeling van jamben en trocheeën in dit lied deed Drs. P. (H.H. Polzer) aanvankelijk de wenkbrauwen fronsen, maar weldra gaf de fijnzinnige vormkunstenaar zich gewonnen en mengde hij zich met tastbare blijken van bewondering tussen onze meisjes.
De avond werd hierna geopend door Mr. J. Jolles, voorzitter van Het Genootschap. In welgekozen bewoordingen excuseerde hij de Beschermvrouwe van Het Genootschap, die wegens een feestelijke gebeurtenis in eigen familiekring (de verjaardag van kleinzoon Raymond Gustaaf Casimir) bij de afscheidsavond verstek moest laten gaan. Ook dankte hij de beide heengaande publicisten voor hun trouwe medewerking.
Nu was het moment aangebroken voor de vele opgekomen organisaties en verenigingen om zich te manifesteren. ‘De Barden van Oude God’ (België) reciteerden een weemoedige ballade en het Hildesheimer Dichtergesellschaft ‘Darum ist es am Reim so schön’ reikte een bijzondere oorkonde over. Ook tal van Nederlandse clubs en genootschappen waren aanwezig, waarvan acte de présence! Wij zagen o.a. de dameskrans ‘Hélène Swarth’ uit Klein Zwitserland en de sonnettenkrans ‘Jules Deelder’ uit Rotterdam-Zuid.
Vervolgens nam de Haagse uitgever Phil Muysson het woord (Bzztôh). Hij kondigde de verschijning aan van het boek ‘Het Rijmschap Compleet’, een bundeling van o.a. alle kolommen die Drs. P. (H. Polzer) en Ivo de Wijs aan Onze Taal bijdroegen. Tot vreugde van de eivolle zaal bracht Drs. P. de twee liedjes ten gehore die t.z.t. ook via een bij ‘Het Rijmschap Compleet’ ingesloten grammofoonplaat te beluisteren zullen zijn.
Aansluitend zette Ivo de Wijs zich achter de katheder. Hij releveerde de belangstelling van Het Rijmschap voor het stuntrijm en de clerihew. Tientallen lezers van OThadden, naar zijn zeggen, op de artikelen over stuntrijm en clerihew gereageerd. Helaas, aldus Ivo, met terugvallend resultaat. Tot afgrijzen van de mudvolle zaal declameerde de jongste Rijmschapper een wel zeer deprimerende inzending:
Voor Ivo de Wijs, die deugniet
En niet van Alberdingk Thijm
Slecht nivo de wijs ook die deugt niet
Is hier dan alert link rijm
Twee clerihews echter wilde De Wijs eervol vermelden:
Sprak tot haar rechters: ‘Larie!
Ik hoef maar eens mijn kont te keren
En u denkt direct aan spioneren’
en
Behoort niet tot de dubbers
Doortastend dirigeert hij het kabinet
Van bajonet naar kruisraket
(Mevr. Mr. F.C. van Leeuwen)
De Wijs ging verder met een behandeling van het stuntrijm. Het rijmen op ‘herfst’ had vele penvrienden en -vriendinnen in beweging gebracht. Twee stuntrijmers werden door Ivo met ere genoemd:
Voor Pasen verf ik meestal wel een ei
Maar verver word ik pas na mei
en
Het was ooit P.C. Boutens die
In 't hart de regels heeft gekerfd:
‘Keek niet door 't volle zomergroen
De gele pij reeds van de herfst?’
Maar ach, hij liet dit rijmen op
‘Waar straks het schone jaar in
Als zelfs die dichter smokk'len mag
Past ons slechts zwijgen: driewerf ssst!
Na Ivo beklom de burgemeester van Dodewaard de microfoon. Hij las enige telegrammen voor. Tot ontzetting van de tjokvolle zaal kondigde hij een telegram aan van de Vereniging voor Wetensgappelijke Spelling: ‘Sinies laggent zent de V.v.W.S. een afsgeidskommunikee aan het door ons kragtig ontrade Rijmsgap. Hun getop (op reaksjonerre sgrijfwijze) met klerrijoes etsetera, hun beschouelik gegogel met rijmsgemaas en andere razjes uit vroeger ewen wort nu eindelik niet meer gepubliseert. Laat het Rijmsgap in zijn histeriese angst voor fjoetjer sjok een attak krijgen. Wij zullen er niet om rouen!’
Diepe indruk maakte echter een gelukwens van minister Brinkman (WVC):