Reactie
Jack
B.M. van Griethuysen - Breda
De heer Brommer vraagt zich in ‘Variëteit en Variété’ van mei 1984 af of de nieuwe generatie de leenwoorden van de ouders uitbant en er equivalenten uit eigen bron voor in de plaats stelt. Hij stelt dat het ingeburgerde (en op zijn Engels uitgesproken) woord jack van het Duitse woord Windjacke stamt.
Ik betwijfel dat. In 1927 kreeg ik een toen in ons land nog maar door enkelen gedragen lederen lumberjack cadeau, een kledingstuk in vorm en snit gelijk aan de ‘jacks’ waarin na de oorlog miljoenen Europeanen zich hebben gehuld.
Een lumberjack is een houthakker in Amerika. Deze bosarbeiders waren het die aanvankelijk deze kledingstukken droegen. En, zoals meer gebeurt, het kledingstuk kreeg de naam van de dragers. In de loop der jaren is ‘lumber’ afgevallen en bleef ‘jack’ over. Wel van Engelstalige afkomst dus, maar geen verbastering van het Engelse woord jacket.