Journalisten, ministers en anderen
Onlangs gebruikte een Indonesische minister in een toespraak tot een vergadering van bestuursambtenaren (in Atjeh) de term ‘kortsluiting’ in overdrachtelijke zin. Er is geen Indonesisch woord voor. Maar soms vindt men Nederlandse woorden gebruikt, waar men die niet zou verwachten, of onvermijdelijk zou vinden. In een artikel over ziekenhuisbeheer wordt het woord ‘bezoek’ gebruikt, en het uur waarop men patiënten (pasien-pasien) kan bezoeken, heet ‘jam bezoek’.
Eveneens wordt opneming in een ziekenhuis bijna steevast genoemd: di-opname (opgenomen worden). Aanbevolen wordt als geschenk de zieken een ‘dos apel’ (Australische appels) te geven, verkrijgbaar bij de ingang... (Wie had daar bijzonder belang bij?). Ziekten kunnen zijn ‘pisik’ of ‘mental’. In een ander artikel trof mij de uitdrukking: ‘tidak klopnya’... het één klopt niet met het ander... Letterlijk: ‘zijn-niet-kloppen’; nya is een possessief suffix voor de derde persoon enkelvoud. Ongetwijfeld zou ‘klop’ worden uitgesproken als ‘kelop’ met een ‘schwa’ (hier toonloze e tussen k en 1), aangezien de Indonesische tong de uitspraak van twee medeklinkers achter elkaar steeds vermijdt. Oude voorbeelden hiervan zijn ‘sětoran (= storting (van geld) en sěkoci = schuitje). De ‘o’ is die van ‘bot’.
In het woordenboek van Teeuw en Poerwadarminta zijn daarvan genoeg voorbeelden te vinden (het wachten is, sinds jaren, op een nieuwe druk, aangevuld, en in nieuwe spelling).
En wie van Jakarta naar Bogor (het oude Buitenzorg) rijdt, passeert doorgangen, waarop al uit de verte hem het woord tarif tol toelacht.
De moderne Indonesisch-schrijvende journalist, vooral hij die financiële, economische of politieke zaken behandelt, heeft een groot aantal leenwoorden nodig. Die zijn zeker niet altijd direct of indirect van Nederlandse herkomst. Een bepaald of liever onbepaald aantal zou men internationaal kunnen noemen. Bij voorbeeld: industri, hang(g)ar, panorama, prospek, kuota (= quota), terorisme, resesi (recessie).
Opmerkelijk is de algemeen doorgevoerde verandering van zéker via het Nederlands overgenomen woorden op ‘-teit’, zoals universiteit, stabiliteit, (waarbij de ‘ei’ doorgaans werd uitgesproken als ‘è’). Deze uitgang is vervangen door ‘-tas’. Zodat je nu tegenkomt: universitas (u = oe!), setabilitas, likuiditas, obyektivitas, enz.
Wij hebben vele Nederlandse bastaardwoorden, die eindigen op ‘-atie’, zoals naturalisatie, observatie. Het schijnt dat deze uitgang, in de schrijfvorm ‘asi’, veel promotie heeft gemaakt in het moderne Indonesisch. Afgezien van de juridische term wanprestatie, die in gebruik is, hierbij een kleine bloemlezing:
manupulasi (doorgaans in de zin van bedrog, ambtelijke knoeierij met geld, corruptie), ventilasi, irrigasi, emansipasi, argumentasi, reparasi, organisasi, reboisasi (herbebossing: nijpend vraagstuk in modern Indonesië), komunikasi, lokasi, devaluasi, rekonsiliasi; verder natuurlijk: modernisasi. En veel meer ... Daarvan schept men, overeenkomstig het taaleigen, de nodige afleidingen, zoals de actieve werkwoordsvorm berkomunikasi, of het passieve di-koordinaso-kan (= gecoördineerd worden). Maar van inventarisasi wordt gevormd: meng-inventarisir (= inventariseren, boedelbeschrijven).
Ik noemde reeds de overgenomen juridische term wanprestatie. Op dit gebied is er meer te vinden, om van medische termen (bij voorbeeld) te zwijgen! Maar dit verhaal zou te uitgebreid worden voor Onze Taal. Er valt m.i. wel een diepergaande studie van de Nederlandse taal-invloed te maken! Niet slechts die van een reiziger...