Waarom is de stratenmaker vermoord
J.J.M. Bakker - Leende
Iedereen moet hem in zijn jeugd met bewonderende belangstelling hebben gadegeslagen: de stratenmaker die ritmisch kloppend met zijn klinkende hamer een lichtelijk bollend wegdek over het zand tikte, strak en snel.
Maar zie: sinds in 1954 de officiële Woordenlijst van de Nederlandse taal verschenen is, bestaat de stratenmaker niet meer; hij wordt niet vermeld. Dit is hoogst merkwaardig, want sedert eeuwen staat het vak van plaveier bekend onder de naam stratenmaker. Jan Wagenaar, de beroemde geschiedschrijver van Amsterdam vermeldt anno 1767:
‘... werdt, op den zevenden July des jaars 1524... beslooten eenen Stads Straatenmaaker aan te stellen’.
In woordenboeken van vóór de Woordenlijst staat stratenmaker, ook bij voorbeeld in een Frans-Nederlands woordenboek: paveur, stratenmaker.
Naast deze oude(re) getuigen een modern wegenbouwbedrijf in het zuiden des lands: ‘Dat vak heet stratenmaker. We kennen geen ander woord!’
Dit wordt weer bevestigd in het boek Spreektaal, Woordfrequenties in gesproken Nederlands, onder redactie van Eveline de Jong (1979). Daar blijkt dat de bij het onderzoek betrokken Nederlanders wel het woord stratenmaker gebruiken, maar nooit de vorm straatmaker, die de Woordenlijst als enige vermeldt en zodoende in feite voorschrijft.
Inderdaad: voorschrijft, want de wettelijke status van de Woordenlijst heeft als gevolg dat zij ook negatief regelend optreedt.
In woordenboeken die vroeger stratenmaker vermeldden, is na 1954 de vorm straatmaker als ‘verbetering’ aangebracht. En in kranten die zelfs trachten normaal Nederlands te produceren, wordt de vorm stratenmaker geweerd, alsof het een spelfout is. Nu is straatmaker ook wel vanouds bekend, maar steeds naast stratenmaker. Het monopolie (op papier) van de vorm straatmaker is een duidelijk voorbeeld van gezaghebbende onkunde.
Als een keurig protest hiertegen verwijst Van Dale van straatmaker naar stratemaker met de terechtwijzende toevoeging: ‘niet in de Woordenlijst, maar de gewone spreektaalvorm’.
Die verwijzing naar spreektaal wekt helaas de indruk, dat strate(n) maker beperkt is tot meer gemeenzaam taalgebruik, terwijl straatmaker ook geschreven wordt en dus ‘officiëler’ is. Dit is natuurlijk gewoon onzin. Ergo: de stratenmaker is door domheid vermoord.