[Vervolg Van woord tot woord]
van oude mythische voorstellingen die in Noordwest-Europa bestonden en die bouwden op een cyclisch wereldbeeld. De voorouders keren terug als jonggeborenen. De zielen van de overledenen gaan naar een eiland ver over zee en komen als nieuw leven terug. In de vorm van een ooievaar. Wat een overeenkomst met de kuifibis in het oude Egypte. Dat de ooievaar nu een luier met baby aan zijn snavel draagt, is een latere vinding. De ooievaar zelf is de ziel van het kind.
Aaibert, aaibert, (s)prikkebain
Het gain voader of mouder zain;
Zien voader is dood, zien mouder is
En zien kinderkes lopen om botter en
(Winschoter rijmpje uit: Tjaard W.R. de Haan, Onze Volksrijmen, Utrecht/Antwerpen 1978, p. 237-238.)