Het rijmschap
H.H. Polzer/Ivo de Wijs
By a mighty effort of will,
Overcame his natural bonhomie
And wrote Principles of Political Eco-
Dat uw toegewijde leraren de vorige maal het stuntrijm behandelden, was niet alleen voor de vrolijkheid maar ook als warming-up voor een versvorm die u absoluut behoort te kennen.
Edmund Clerihew Bentley (1875-1956) creërde deze in zijn schooljaren en schreef daarna, naast veelgelezen detectives, nog tal van clerihewswat hem goed afging. Zijn zoon zet (zette?) de productie voort, en heel wat anderen hebben clerihews gemaakt, zij het op kleine schaal en voorzover ik weet uitsluitend in het Engels. Dit laatste is niet in de haak, en het wordt hoog tijd dat deze formule ook op het continent de haar toekomende plaats krijgt.
De clerihew is vierregelig, rijmt aabb en is gespeend van metrum. Ze speelt vrijwel altijd in het verleden, al is dat meer traditie dan voorschrift. Verplicht is echter wel het gebruik van een naam (gewoonlijk van een persoon) als eerste regel. Regel vier maakt melding van een belangrijk werk, wapenfeit, contact, incident of iets dergelijks in het leven van het onderwerp - in principe tenminste, want er werd ook door Bentley al vaak de hand mee gelicht.
Het mooist is de clerihew die eindigt met de naam van zo'n element; voetstoots aanvaardbaar zijn omschrijvingen of duidelijke verwijzingen. Elke liefhebber zal een frappe verwachten, en heeft daar ook recht op (in het voorbeeld is dat het stuntrijm en het contrast tussen boektitel en het woord bonhomie).
Let wel - stuntrijm is geen wezenstrek van de clerihew; soms is het strikt nodig, andere keren zijn de rijmklanken niet veeleisend.
Marnix van Sint Aldegonde
Merkte op: ‘Het gerucht deed op het
Dat ik uitgeroepen was tot gouwe
In verband met mijn succesnummer
Stond midden op het Rode Plein
En zei treurig: ‘Niemand schijnt me hier
Of te weten hoe groot mijn daden
Als u de smaak te pakken heeft, kunt u daarna eens nadenken over Cats, Mata Hari, de Argonauten, Tromp, Staring, Potter en de Beeldenstorm.
H.H. Polzer
Het woord is aan Ivo die over stuntrijm allerminst met stomheid geslagen is, en tevens enige sterke clerihews zal kunnen serveren.
Een snelle reactie op mijn bijdrage van vorige keer (Twintig manieren om op twintig te rijmen) wil ik u niet onthouden. Stel u voor: een fragment uit een brief van een bewonderaar aan een literator:
Uw zetter greep een keer of twintig
In een geheel verkeerde bak
In uw boek staat steeds pirmintig
Moet parmantig zijn, dicht ak
En nu de clerihew. Het blijkt lang niet altijd nodig om een Nederlandse naam te kiezen voor een geïmporteerde dichtvorm. Ballade voldoet uitstekend. Sonnet eveneens - de vaderlandse variant tuyter hoor ik al tenminste 100 jaar niet meer gebruikten. De naam clerihew echter zou ik graag vervangen zien. Die term is geen invitatie maar een barrière: het woord rolt velen slecht van de lippen en dient keer op keer voluit gespeld te worden (C van Clerihew, L van Limerick, E van Enz.) Kortom, wie bedenkt?
Niet alle stuntrijm is voor clerihews even geschikt. Het volgende voorbeeld is bij voorbeeld niet declamatoir:
Toen zijn familie zich had gestort
Op een geheel nieuwe tak van
Al is de lengte van de regels in principe vrij, een oprechte clerihewer zou zich generen voor:
Werkt in het diepste geheim op een
Zelfs buiten medeweten van de
meest nieuwsgierige Bezige Bij-
Aan een nieuw magnum opus De
Wees ook op uw hoede voor al te korte regeltjes want die maken van uw clerihew een aftelrijmpje. Omdat de voorschriften niet bijzonder streng zijn, lijkt het maken van clerihews (of hoe die dingen binnenkort mogen heten) een eenvoudig tijdverdrijf.
Verslik u niet: de losse vorm stelt hoge eisen aan het vrolijke vernuft. Verwerk geen oude moppen, schuw het dubbelrijm en/of stuntrijm niet, mik op de gulle lach!
Ivo de Wijs